Hij staat er bijna elke dag. Van verre zie je hem al zitten, of anders hoor je zijn muziek wel. Eerlijk gezegd brengt hij niet de meest opwekkende klanken voort. De melancholische deuntjes die hij uit zijn accordeon trekt lijken zijn gemoed te weerspiegelen. En toch lacht hij altijd vriendelijk. Waar zal hij vandaan komen? Ik dacht uit Oost Europa. Maar vraag het hem dan! Tja, daar zal hij behoefte aan hebben, aan zo'n vraag. Hallo mijnheer, zo begroet hij me altijd als ik de Lidl nader. Het is geen groet om het groeten. Hij kijkt je verwachtingsvol aan en eigenlijk zegt hij: mijnheer, zie me hier zitten, ik heb eten en drinken nodig. Ik wil leven mijnheer, net als u. Uit schuldgevoel geef ik hem wel eens wat, niet zozeer uit vrijgevigheid. Het voelt ongemakkelijk; eigenlijk ben ik rijk in Beijum. Ik behoor tot de have's en hij tot de have nots. Ik reken me rijk maar helemaal ben ik niet blij met die verhouding. Dus gaf ik hem vandaag weer een dubbeltje. Maar het schuldgevoel bleef; een dubbeltje maar?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten