Afgelopen week werd ik door een Beijumer gealarmeerd:"Ga eens gauw naar het gebied tussen de voetbalvelden en de zuidrand van Beijum. Wat zijn ze daar aan het doen? Ze gaan daar toch geen huizen bouwen? Wat zijn ze daar aan het meten en aan het doen?" Nieuwsgierigheid en achterdocht dreef me direct naar de plek des onheils. Het zou toch niet? Maar alras dichterbij gekomen werd in elk geval de achterdocht verdreven. De nieuwsgierigheid was er nog wel maar niet meer zo erg als voorheen. Want, daar zag ik de archeologiestudenten weer in de weer met graafspullen, pen en papier en meetstokken. Twee weken geleden trof ik ze bij de Boerderijum en het weilandje, scroll hiervoor 2 weken naar beneden. De onschuld droop er van af. Een filmpje en een interviewtje was helemaal in orde, niks aan het snotje. Volgens de archeologiestudenten onderzochten ze een stuk grond waarop vroeger een terp zou hebben gestaan. De betekenis hiervan drong eerst niet tot me door maar toen viel het kwartje. Het risico bestaat dat de lezer me een Grunninger toalpuritein noemt, maar ik zeg u: dit kan niet. Op Grunninger bodem kan nooit en te nimmer een terp aanwezig zijn. Dat noemen wij hier een wierde!! De studenten groeven rustig door en maakten zich niet druk om de verspreking. Bekijk de video.(met een klein knipfoutje)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten