Tijdens een excursie op dinsdag 6 oktober maakte ik een paar foto’s van een nogal onopvallende (gruisbruine) larve. Plotseling werd ik geroepen, er was een rups gesignaleerd en wel een hele mooie. Ik liet de larve verder voor wat het was en richtte mijn aandacht (en mijn camera) op de inderdaad veel interessantere rups.
Het was nog weer een hele klus om te achterhalen welke rups het was, maar na enig speurwerk op het net wist ik het: de rups van de zuringuil.
Zuringuil (Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie)
De zuringuil (Acronicta rumicis) is een nachtvlinder uit de familie van de nachtuiltjes. Het is een vlinder die algemeen voorkomt nabij de duinen en zandgrond in het binnenland, maar ook daarbuiten in allerlei open gebieden, tuinen en parken. De spanwijdte bedraagt tussen de 34 en 40 millimeter.
De zuringuil komt voor in heel Europa, delen van Noord-Afrika en via Azië tot in Korea en Japan. De vliegtijd loopt van eind april tot en met september.
Het is tamelijk lastig om het imago (volwassen exemplaar) van de zuringuil van andere Acronicta's te onderscheiden, karakteristiek is het opvallende witte vlekje tegen de binnenrand van de voorvleugel.
Acronicta is een geslacht van nachtvlinders uit de familie Noctuidae, uilen. In tegenstelling tot bij de meeste andere uilen, zijn de rupsen van soorten uit dit geslacht behaard.
De waardplanten zijn allerlei kruidige houtige planten, zoals zuring, weegbree, duinroos, hop, braam en zelfs ook wilg en meidoorn.
De zuringuil is in Nederland en België een vrij gewone vlinder die over de hele regio verspreid voorkomt. De zuringuil vliegt in meestal twee soms drie generaties per jaar.
Tekst+foto: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten