Sinds jaar en dag koop ik mijn kerstboom in Zuidwolde, bij de plaatselijke tuinhandel. En elk jaar krijg ik hem ingepakt mee van deze man, zie foto. Ik ken hem niet en ik weet niet hoe hij heet. Het heeft iets vertrouwds en het heeft een ritueel karakter om elk jaar tussen de 15e en 20e december een kerstboom te kopen. Elk jaar ontmoet ik deze man om en nabij de twee, drie minuten, hij is een vast ijkpunt in het jaar. De boom staat thuis eerst een dag in de schuur om te acclimatiseren, daarna een paar uur in de gang en vervolgens wordt hij in de woonkamer gezet. Het is alsof je voor tweeënhalve week een vriend in huis haalt, mag hij even rustig aan de temperatuur wennen? Daarna het optuigen van de boom. Optuigen is een verschrikkelijk lelijk woord, vindt u ook niet? Het roept associaties op met tuig, vooral met aftuigen. Versieren klinkt leuker en aangenamer, de associaties met amoreuze toenaderingspogingen zijn prettiger dan associaties om iemand anders af te tuigen. De ballen er in, de lichtjes en de gekleurde kralenkettingen. En natuurlijk ook de sterren, kerstmannetjes en andere tierelantijntjes. De buitenwereld in de groenste wijk van de stad is wit. Maar in menig huiskamer staat een groene boom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten