Een opvallende plant is de gele morgenster. Dat opvallende zit hem niet zozeer in de verschijningsvorm, maar meer in het “gedrag”. Het bloemhoofdje van de gele morgenster sluit zich tegen de middag.
De gele morgenster is een composiet (samengesteldbloemige). Het belangrijkste kenmerk van een composiet vormen de sterk gereduceerde bloempjes. Deze staan bijeen in zogenaamde bloemhoofdjes, die vaak voor bloemen worden aangezien. De groene blaadjes die tegen deze bloemhoofdjes aanliggen zijn dan ook geen kelkbladen maar omwindselblaadjes.
De enige bloemen die de plant draagt zijn gele lintbloemen (net als bij de paardenbloem). De hoofdjes zijn alleenstaand en bloeien van mei tot juni. De plant draagt een nootje met gesteeld vruchtpluis. Als zodanig vormt zich een "pluizenbol".
De acht of meer omwindselblaadjes kunnen buiten de bloem uitsteken, of zijn ongeveer even lang als de lintbloemen. De helmknoppen zijn geel, bruinachtig of bijna zwart.
De gele morgenster komt vooral voor langs wegen en in het weiland, op matig voedselrijke, grazige grond. In Nederland is de plant vrij algemeen, alleen in Drenthe is ze zeldzaam.
De foto van de gele morgenster in volle bloei maakte ik om kwart over twaalf, de beide andere foto’s werden ongeveer rond “theetijd” gemaakt. Normaliter zou je denken dat het opengaande knoppen zijn, maar bij de gele (en natuurlijk ook bij de paarse) morgenster kunnen het dus ook bloemhoofdjes zijn die zich weer sluiten. De volgende ochtend gaan ze gewoon weer open.
(Bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie)
Foto+ tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten