(Deze aflevering van de bijna afgelopen zomer lag er ook nog, vanaf volgende week weer foto's uit de Wiershoeck- en Schooltuin van de huidige periode)
In het voorjaar vlogen er redelijk veel vlinders. Toen kwam er even een dip en in de eerste week van juli zie je steeds meer vlinders. Niet alleen de “witjes”, maar ook steeds meer andere soorten. De ene vlinder vliegt later in het seizoen dan de andere. Er zijn ook vlinders waarvan intussen een tweede generatie vliegt. De eerste generatie heeft gepaard, het vrouwtje heeft eitjes gelegd en uit die eitjes kwam (met een beetje geluk) rupsen. Het leven van een rups is zeer riskant, lang niet alle rupsen bereiken het poppenstadium. Ontelbare rupsen hebben bijvoorbeeld gediend als voer voor (jonge) vogels. Je zou kunnen denken dat hierdoor de vlinderpopulatie in gevaar komt. Dat valt over het algemeen wel mee. Wanneer een groot deel van de rupsen (en andere insecten) niet zou worden opgegeten, zou dat veel overlast veroorzaken. De natuur regelt dit soort dingen redelijk goed.
Eind juni begin juli zag ik in de tuinen van De Wiershoeck regelmatig hele kleine eitjes, soms egaal van kleur, maar soms ook mooi getekend. Meestal vallen de eitjes niet op, daarvoor zijn ze te klein, of ze zitten bijvoorbeeld aan de onderkant van een het blad. Met een beetje geluk zie je een groepje eitjes, die vallen eerder op dan de “solitaire” eitjes. Veel eitjes zijn niet veel groter dan een millimeter en dan loop je er gemakkelijk aan voorbij. Maar als je de planten en struiken aandachtig bekijkt, dan zie je ongetwijfeld eitjes en allerlei kleine jonge beestjes, bijvoorbeeld jonge wantsen. De nimfen (jongen) lijken vaak nog niet op de volwassen exemplaren. Ze moeten eerst nog een aantal keren vervellen en krijgen dan steeds een ander “jasje” aan.
Ik heb het al vaker vermeld, ik ben geen deskundige en van veel wat ik zie (en zo mogelijk fotografeer) weet ik niet precies wat het is. Het op (de juiste) naam brengen van het gefotografeerde beestje is over het algemeen moeilijk en voor mij vaak onmogelijk. Jammer, maar ook zonder de juiste naam blijft het interessant. Dit keer heb ik een aantal “naamloze” onderwerpen verzameld. Middenin een lege pop van een vlinder, vastgesnoerd op het blad van een aardappelplant. Links- en rechtsboven een vijftal prachtige eitjes die ik zag op de rimpelroos. Op de rimpelroos zag ik ook de halfgeopende zwarte pop, waaruit zo te zien een kleine vlinder zich naar buiten wurmt. De 28 groene eitjes zouden van een wants kunnen zijn, we zagen ze op de onderkant van een blad van het leverkruid. Het zwart-grijze coconnetje zat weer op de rimpelloos. Rechtsonder is te zien wat er over blijft van de eitjes nadat de “bewoners” zijn vertrokken. Het zijn dezelfde eitjes als linksboven, maar dan twee weken later. Graag zou ik het uitkomen van dit soort eitjes een keertje willen zien, maar dan moet je wel heel veel geluk hebben. De volgende keer zal ik weer aandachtig de bladeren afspeuren en hier en daar voorzichtig een blad omdraaien. Geluk kun je soms een beetje helpen.
Tekst + foto: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten