Meelopen met een excursie is leuk, je wordt gewezen op allerlei interessante dingen, soms is het een bloem, soms een beestje of een geluid. Toeval speelt daarbij een belangrijke rol. Meelopen met een excursie betekent ook dat je beschikt over “extra ogen en oren”. Bovendien is de gids regelmatig op het terrein aanwezig en hij is het gewend om voortdurend op te letten.
Daardoor begonnen we één van de excursies met een bezoekje aan de Betonie (koortskruid). De plant wordt 30-90 cm hoog en bloeit van juni tot augustus met paarsrode, soms witte bloemen. Eeuwen geleden gebruikten de Grieken en de Romeinen Betonie als braakmiddel en bij het stelpen van bloed. Er waren 47 kwalen bekend waartegen Betonie als geneeskrachtig kruid kon worden gebruikt. Ook nu nog worden de in de plant voorkomende werkzame stoffen gebruikt bij verschillende ongemakken.
Maar niet voor de Betonie spoedden we ons richting Betonie. Harry Westerhuis (de IVN-natuurgids) had gezien dat de Betonie regelmatig werd bezocht door enkele exemplaren van de Grote wolbij. Wolbijen hebben een opvallend korte en brede lichaamsbouw, de tekening op het achterlijf lijkt een beetje op die van een wesp. In Nederland komen vijf soorten wolbijen voor.
Het mannetje van de Grote wolbij (11-18 mm) is beduidend groter dan het vrouwtje. De mannetjes hebben bovendien een aantal lange, gebogen doorns aan het achterlijf. Het is een, in de periode juni-september, vrij algemeen voorkomend insect met een voorkeur voor tuinen in de stedelijke omgeving.
Het mannetje bezet een territorium waarbinnen een drachtplant staat, dat is een plant waarop het vrouwtje eitjes afzet (Moerasandoorn, Paarse dovenetel of Betonie). Het mannetje patrouilleert steeds heen en weer en valt andere mannetjes aan die “zijn” territorium binnendringen. Hierbij komen de doorns aan het achterlijf goed van pas, met deze “wapens” kan het mannetje een tegenstander ernstig beschadigen. Niet alleen andere mannetjes van de Grote wolbij zijn niet welkom in het territorium, ook andere bijensoorten worden aangevallen. Vrouwtjes Grote wolbij mogen het territorium wel binnen, maar ze worden bij herhaling door het mannetje besprongen om te paren. Iets wat we regelmatig zagen gebeuren.
Het vrouwtje van de Grote wolbij bouwt haar broedcellen uit plantenharen (“wol”) in allerlei holle ruimten.
Bij een wandeling door het labyrint op de Schooltuinen kwam ik op twee plaatsen ook enkele Grote wolbijen tegen. Het mannetje kan natuurlijk niet de hele dag maar heen en weer patrouilleren, af en toe rust hij even uit. Daarvoor heeft hij schijnbaar zijn favoriete plaats(en). In de hoop een paar foto’s van het rustende mannetje te kunnen maken knielde ik naast zo’n rustplaats. Het duurde niet lang of het mannetje kwam aangevlogen en…. ging op mijn been zitten (linksonder).
Foto + tekst :Luit Staghouwer
Foutje. Het vrouwtje van de Grote wolbij zet geen eitjes af op de drachtplant. Een drachtplant voor insecten levert voedsel in de vorm van nectar of stuifmeel, het insect helpt de plant bij de bestuiving. Een waardplant wordt door rupsen opgegeten en heeft daar geen baat bij.
BeantwoordenVerwijderen