zondag 10 oktober 2010

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (54)

Het was een bewolkte dinsdag. Ondanks de enigszins pessimistische weersverwachting was het ’s morgens tijdens de excursie droog gebleven. Na de middag werd het zelfs nog best aangenaam, maar het bleef gelukkig bewolkt. Een felle zon maakt het fotograferen vaak lastig, alles glimt en glanst. Al twee keer eerder dit jaar zag ik de kaneelwants, maar tot mijn teleurstelling kwam de wants “glimmend van trots” op de foto. Dit keer had ik meer geluk. Tijdens mijn rondgang door het labyrint op de Schoolwerktuinen ontdekte ik iets roods. Het zat gedeeltelijk verscholen onder een blad. Voorzichtig draaide ik het blad om en daar zat hij (of zij), een mooi gekleurde kaneelwants.

Deze knalrode wants met zwarte vlekkentekening is ongeveer één centimeter lang en lijkt vrij veel op de vuurwants. Er zijn enkele verschillen, de meest opvallende vind ik de rode vlek op de verder zwarte kop van de kaneelwants. De kop van de vuurwants is helemaal zwart. Bovendien kan de kaneelwants vliegen en de vuurwants niet.
Er zijn nog een paar zwart met rode grondwantsen die er ook sterk op lijken, maar die hebben vaak een witte stip op de vliezige gedeelten van de vleugels. Je moet dus goed opletten als je deze wantsen gaat determineren. Je zou je neus kunnen gebruiken, want de kaneelwants dankt zijn naam aan de kaneelachtige geur die hij (bij gevaar) zou verspreiden

De kaneelwants is in ons land een gewone verschijning op droge zandgronden, zowel in de duinen als in het binnenland, maar komt niet voor in onze poldergebieden en is elders erg zeldzaam. De wants is te vinden op lagere begroeiing en voedt zich met plantensappen. Bepaalde kruidachtige planten hebben echter de voorkeur, zoals toorts en bepaalde heesters. Omdat deze planten vaak erg vies smaken, hebben ook de wantsen een smerige 'bite', en vijanden als vogels kijken wel uit er eentje op te eten.

In mei of juni paren de volwassen dieren. De vrouwtjes leggen daarna tot diep in juli eitjes. De larven zien we vooral van juni tot eind augustus. Ze lijken in het geheel niet op hun ouders en zijn geelachtig grijs met rode vlekken en zeer sterk behaard. Volwassen wantsen zien we vanaf begin september tot in het najaar. Dan zoeken ze een plekje in de strooisellaag tussen afgevallen bladeren om te overwinteren.
(Info: Wikipedia en Gardensafari)


Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten