zondag 27 maart 2011

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (75)

Het sneeuwklokje is zo ongeveer onze bekendste voorjaarsbode in het plantenrijk. Nog in de winter en in het vroege voorjaar zien we de sneeuwklokjes in heel veel tuinen, maar ook in parken en bermen zie je ze vroeg in het jaar al in volle bloei.
Veel minder bekend is het lenteklokje. Het is het grotere familielid van het sneeuwklokje. Op het eerste gezicht lijken ze misschien sprekend op elkaar, maar toch is er een duidelijk verschil. Ze hebben beide zes bloemdekbladeren, maar bij het sneeuwklokje zijn de buitenste drie langer dan de binnenste drie, de buitenste zijn bovendien geheel wit (in feite kleurloos).
De bloemen van het lenteklokje zijn iets breder (2-2,5 cm) dan die van het sneeuwklokje en de zes bloemdekblaadjes zijn allemaal even groot. Alle blaadjes hebben een geelgroene honingvlek. Deze vlek moet de bijen naar de nectar lokken. Het lenteklokje bloeit gewoonlijk twee weken later dan het gewoon sneeuwklokje, “winterklokje” zou dan misschien ook wel een betere naam zijn dan lenteklokje.
Het lenteklokje treft men aan in Centraal-Europa. Vroeger kwam ze van nature ook wel voor in de omgeving van Oldenzaal. Tegenwoordig is de soort op sommige plaatsen verwilderd (stinsenplant). Het lenteklokje is vaak te zien als tuinplant, eenmaal geplant houdt het zichzelf in stand en vergt weinig onderhoud. Uit de bloemstengel komt meestal één bolvormig knikkende bloem, soms komen er twee bloemen uit een stengel.
Sterk verwant aan het sneeuwklokje en het lenteklokje is het zomerklokje. Ook het zomerklokje heeft zes gelijk lange bloemdekblaadjes, maar met een groene honingvlek op het uiteinde van elk blaadje. Het zomerklokje heeft meestal meer dan twee bloemen per stengel. Net als het lenteklokje bloeit ook het zomerklokje vroeger dan de naam doet vermoeden, niet in de zomer maar in de lente.

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten