zondag 5 juni 2011

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (85)


Sommige insecten overwinteren als eitje, anderen als larve, als pop of gewoon als volwassen dier. Tot de laatste categorie behoort het lieveheersbeestje. Ze doen dat door weg te kruipen in de grond, of ze zoeken beschutting tegen de kou in bijvoorbeeld een holle stengel. Maar ook in huis kun je soms één of meerdere overwinterende lieveheersbeestjes aantreffen.

De kevertjes (want dat zijn het), die de winter hebben overleefd, gaan in het voorjaar op zoek naar voedsel. In de maanden april en mei wordt er gepaard. Het vrouwtje zet daarna haar geel-oranje eitjes in groepjes af op planten. Soms zitten de eitjes “veilig” aan de onderkant van een blad, maar soms zitten ze op plaatsen waar ze al vanaf “grote afstand” duidelijk zichtbaar zijn. Een groep van zo’n 50 eitjes betekent nog niet dat er ook 50 nieuwe lieveheersbeestjes worden “geboren”. Veel eitjes worden bijvoorbeeld door andere insecten opgegeten. Uit de overgebleven eitjes komen na enige tijd larven tevoorschijn. Niet alle eitjes komen tegelijkertijd uit en de jonge larven lusten ook wel een eitje. De natuur is bikkelhard. Maar ook de larven zijn hun leven niet zeker, zij zijn voor anderen (insecten, vogels enz.) een welkome voedselbron.

Het larvenstadium (bij vlinders het rupsenstadium) is de groeifase van het insect. De larve voedt zich met bladluizen (enkele honderden tot aan de verpopping). Larven en rupsen hebben geen intern skelet, hun (stevige) huid doet dienst als skelet. Maar dit externe skelet groeit niet mee en daarom vervellen larven en rupsen enkele keren in deze groeifase. De larve van het lieveheersbeestje vervelt drie keer. De nieuwe huid is niet direct hard en daardoor kan de larve na de vervelling steeds even groeien.

Na de derde vervelling is de larve dus volgroeid en wordt het tijd voor de verpopping. De larve zet zich met de voorkant vast op een blad. Tijdens de verpopping verandert de inhoud van de pop eerst in een weke substantie en daaruit groeit dan het volwassen insect, compleet met vleugels, dekschilden en voortplantingsorganen. Een pop kan niet eten, maar ze kunnen wel het achterlijf bewegen. Soms lijkt het alsof de pop even rechtop gaat staan, maar dan dus wel op de kop. De pop heeft een eigen uiterlijk, ze kruipt als het ware uit de huid van de larve.

Ongeveer zes weken nadat de eitjes zijn gelegd, kruipt het volwassen lieveheersbeestje uit de pop. Meestal is dat in juli of augustus, maar het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat het dit jaar iets eerder gebeurt. In het najaar zijn er twee generaties lieveheersbeestjes: de “oudjes” die al een winter hebben overleefd en zij die in de zomer zijn “geboren”. Lieveheersbeestjes leven over het algemeen één jaar en een paar maanden. Het aantal stippen van een lieveheersbeestje zegt dus niets over de leeftijd. De kleur en de vlekken op de dekschilden spelen wel een belangrijke rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten lieveheersbeestjes.

(Bron: Lieveheersbeestjes in beeld)

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten