Dwars door het pittoreske dorp Beijum heen loopt een echt kanaal. Het maakt dat ik hier me als geboren Knoalster en Veenkoloniaal thuisvoel. In de winter ga je op de Zuidwending schaatsen en sleetje rijden, 's zomers kun je er met een bootje dobberen, kanoën of vissen. Jammer dat de Zuidwending recht toe recht aan en niet rond door het hele dorp loopt. Was dat het geval geweest dan hadden we een rondvaartboot kunnen hebben. Beijum zou in dat geval een touristische trekpleister zijn geweest, compleet met hotels en appartementen aan de zuidkant van het dorp. Het is misschien ook maar goed zo, we hadden hier anders bussen vol met Japanners en Amerikanen gekregen, een camping in Kardinge, souvenierwinkels, veel bed & breakfast-adressen en een jeugdherberg op Plein Oost.
Beijum is gelukkig een vrij onbekend dorp in het Groninger landschap gebleven. En dat moeten we mooi zo houden. Bofkonten zijn het die dit huis, zie foto, gaan bemachtigen. Een tuin, een kanaal, een kippenhok, bomen krijgen ze er gratis bij. Echt buitenleven. Wel dicht bij de stad, maar veel Beijumers vinden dat ook wel prettig. Kunnen ze mooi van het platteland en hun dorp genieten. En in 15 minuten tijd zitten ze per fiets zo midden in de stad.
Ik krijg bij Beijum weleens het gevoel dat ik op een eiland zit. Schelpenpaadjes, waterpartijen, weilanden, als de wadkant van bijvoorbeeld Terschelling. Misschien wás Beijum vroeger wel een eiland, net als Urk (Groningen lag aan de zee, toch?).
BeantwoordenVerwijderenLukt dat niet met dat mooiste dorp, maak er dan het mooiste eiland van.
(rené)