Het was niet eens zo'n grote hond die langskwam. Toch vloog de poes of kat met een noodgang de boom in. En dat allemaal op een mooie zomeravond in 2011 in de Froukemaheerd. Het gekke was dat de hond de poeskat nog niet eens had opgemerkt. De hond kreeg pas zin om de poeskat te grazen te nemen toen hij (kan ook weer een zij zijn, bij poezen/katten en honden kun je het geslacht nooit zo goed waarnemen) het blazende beest de lucht in zag vliegen.
Mensen hebben ook wel eens dat soort fratsen. Een mens kan zich aangevallen en beledigd voelen terwijl de 'opponent' helemaal niet van plan was dat te bewerkstelligen. Door de defensieve en jammerende houding van 'het slachtoffer' (frappant hoe snel en gewiekst sommigen van een daderrol naar slachtofferrol kunnen switchen) ontstaan pas de problemen. Klein misverstandje. Maar dat terzijde. Al bijna 1000 jaar worden katten uit bomen gekeken:
1092. De kat uit den boom kijken (of zien), d.w.z. een afwachtende houding aannemen om te zien, hoe de gang van zaken zal zijn, alvorens men zich daarin mengt; fri. de kat ut 'e beam sjen en it scil my ris binije ho 't dy kat ut 'e beam fâlle scil (hoe dat zaakje zal afloopen); eng. to see (or watch) which way the cat jumps, hoe de zaak afloopt. De uitdrukking is sedert de 17de eeuw bekend; ze komt in meer letterlijken zin voor in de Gew. Weeuw. III, 69: Je zoudt een kat uit de boom kyken, zoo vuerig zie je uit u oogen; Rusting, 394: Als Agamemnon uit zyn droom ontwaakte keek hy, of hy katten uit een boom wou kyken; Smetius, 126: Hy legt ende siet hem aen ghelijck een katt van eenen boom eenen hond doet, deghene die op zyn voordeel liggende, zynen vijand uyt het velt siet.
Lees hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten