Vorige week maakte ik vanaf het dak van De Dijk een foto van de snelgroeiende huizen langs speelplaats Het Dijkrijk. Zie een dag of vijf geleden. Van de gelegenheid gebruik makend liep ik ook even naar de voorkant van de school, een lezer had me gevraagd eens een foto te maken van de honderden paardenbloemen die op de rotonde in bloei stonden. Stonden inderdaad, de tijd gaat snel er staan nog wel de nodige pluis-ex-paardebloemen maar een volle zee van paardebloemen was en is niet meer. Geel is het, net als op veel plekken in de wijk nog wel, duizenden boterbloemen hebben de paardebloemen verdrongen uit het kleurbeeld dat de natuur ons hier biedt.
Bij het aanschouwen van de rotonde gingen m'n gedachten uit naar wijlen Martin Bril. Stond hij maar even naast me op het dak van de school, wat zou deze woordkunstenaar en meesterobservator van onze rotonde gevonden hebben? Hij zou niet lovend zijn geweest, schat ik zo in: Martin Bril was een rotondehater. Hij noemde de rotonde 'een van de grootste raadsels van de openbare ruimte'. Het is inderdaad een irritant ding voor de automobilist, die almaar rondjes moet draaien voordat hij een weggemoffeld woonerf in Lelystad bereikt. Volkskrant/archief.
Zie dat toch ook eens aan, foto. In het meest verstedelijkt overkomend gedeelte van de wijk ligt een groen rondje gras met vier boompjes er op. Opkomende fantasieën over zebrapaadjes, een kraampje en terrasje op het groene rondje slaan direct dood. Wie wil daar nou zitten? Her en der lees je iets over verkiezingen over 'de lelijkste plek in....' Ik waag me er verder maar niet aan, voordat je het weet is de wedstrijd 'de lelijkste plek van Beijum' ontketend.
Maar Bril had natuurlijk gelijk. Dat ronde ding beneden is toch ook een groot raadsel in de openbare ruimte van Beijum?
Beijum denkt aan de toekomst. Ze hébben al een parkeerplaats voor vliegende schotels.
BeantwoordenVerwijderen(rené)