Libellen en juffers. Het zijn allemaal libellen, maar “de ene libel is meer libel dan de andere.” Juffers hebben een lang, dun achterlijf. Ze hebben vier gelijkvormige vleugels die in rust (meestal) langs of boven het lichaam zijn samengeklapt. De ogen lijken op halve bollen en zitten aan de zijkant van de kop. Het zijn “zwakke” vliegers en ze zitten vaak en langdurig op de planten.
“Echte libellen” zijn groter en forser, het achterlijf is breder. Ze rusten meestal met gespreide vleugels of met de vleugels schuin naar beneden. Voor- en achtervleugels zijn aan de basis niet gelijke breed. Ze hebben grote ogen die elkaar boven op de kop (bijna) raken. Het zijn goede vliegers en ze vliegen vaak lang zonder te rusten.
Juffers kom ik regelmatig tegen op De Wiershoeck en de Schoolwerktuin, maar echte libellen niet vaak en meestal vliegen ze gehaast voorbij. Jammer, want vooral de grote “jongens” zou ik graag eens fotograferen. Voorlopig moet ik tevreden zijn met een foto van een gewone oeverlibel.
De gewone oeverlibel behoort tot de groep “echte libellen”. Het is een middelgrote, vrij veel voorkomende libel uit de familie van de korenbouten. Ze houden van stilstaand en zwak stromend water, ze vliegen in de periode mei-september. Jonge mannetjes lijken nog sterk op vrouwtjes, maar later krijgen ze een “blauwberijpt” achterlijf. Vrouwtjes (foto) zijn geel van kleur met bovenop het achterlijf twee dikke zwarte lengtestrepen.
Jonge oeverlibellen kunnen ver van het water wegvliegen en zijn op allerlei plaatsen te vinden, vaak zittend op kale grond of in korte vegetatie. Hier jagen ze tot ze geslachtsrijp zijn en naar het water terugkeren. Geslachtsrijpe mannetjes houden de wacht vanaf warme zitplaatsen langs de waterkant. Vanaf deze zitplaatsen maken ze vluchten laag over het water, waarbij andere mannetjes worden verjaagd en vrouwtjes worden gegrepen voor de paring. Het vrouwtje zet haar eitjes af door vliegend met de achterlijfspunt op het wateroppervlak te tikken. Het mannetje vliegt meestal dicht bij haar in de buurt, om concurrenten te verjagen.
De larven overwinteren twee of drie keer. Uitsluipen gebeurt van begin mei tot half augustus.
(Info: libellennet.nl)
Foto + tekst: Luit Staghouwer
http://www.dvhn.nl/nieuws/groningen/article9227721.ece/Libel-terug-in-de-stad
BeantwoordenVerwijderen