De gamma-uil, een onopvallend bruin uilvlindertje, is een heel gewone trekvlinder uit het Middellandse Zeegebied, die zowel overdag als 's nachts vliegt. Met 360 vastgestelde soorten zijn de uiltjes de grootste macro-nachtvlinderfamilie in Nederland. Zoals zo vaak bij vlinderfamilies zijn de verschillende groepen uilen heel divers van uiterlijk. Veel “uiltjes” hebben de vorm van het bekende gamma-uiltje met de als een dakje gevouwen vleugels, maar veel andere soorten houden de vleugels vlak, zoals de huismoeders. Op de bovenkant van het borststuk bevindt zich een opvallende kuif en verder naar achteren zijn twee kleinere kuifjes zichtbaar. Het belangrijkste kenmerk van de gamma-uil is de opvallende zilverkleurige ongebroken Y-vormige vlek (het gammateken) in het midden van de voorvleugel. “Gamma” is de derde letter uit het Griekse alfabet, de Griekse “g”. De gamma-uil wordt ook wel “Pistooltje” genoemd, omdat de gammavormige tekening op een pistool lijkt (zou lijken). Zowel de grootte van de vlinder als de kleur van de voorvleugel kan sterk variĆ«ren.
Ze komen overal voor waar nectarrijke bloemen te vinden zijn. Overdag en in de schemering bezoeken ze geregeld bloemen, waarbij ze soms heftig met hun vleugels trillend op een blad zitten. In Nederland en Belgiƫ is de gamma-uil een trekvlinder. De soort is waar te nemen van april tot en met oktober. De vlinders trekken in het voorjaar vanuit het Middellandse Zeegebied naar Midden- en Noord-Europa. In Nederland kunnen in augustus en september in sommige jaren grote populaties ontstaan. Op 2 september zag ik op het Selwerderhof in Groningen meer dan 200 druk vliegende gamma-uiltjes.
Een deel van de vlinders trekt in september en oktober weer naar het zuiden. De gamma-uil is niet in staat in Nederland te overwinteren, hoewel een enkel geval van overwintering bekend is in verwarmde plantenkassen. Ook overwintert de soort soms als volgroeide rups of als pop.
De gamma-uil plant zich hier in de zomermaanden voort. De rupsen van de gamma-uil zijn polyfaag en leven van een groot aantal soorten kruiden. Veel vlindersoorten zijn als rups monofaag en leven van een enkele plantensoort, die de waardplant van de vlinder wordt genoemd. Monofagen zijn specialisten. Polyfagen en monofagen kunnen zowel herbivoor als carnivoor zijn.
(Info: Wikipedia, Vlindernet, Veluwe-insecten)
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Gelukkig gaat de natuur zijn/haar eigen gang en trekt zich niets aan van de omgeving .
BeantwoordenVerwijderen