zondag 28 oktober 2012

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (129)

Uitbundige bloei zie je niet meer, maar opmerkelijk veel planten hebben nog steeds bloemen. De meeste bloemen zijn echter niet meer geschikt voor een leuk boeketje. Bij een aantal planten is de zaadvorming in volle gang of zelfs al weer achter de rug. Bij sommige planten zie je tussen de vele zaaddozen nog weer een vers bloemetje.

Een plant met nog redelijk veel bloemen is de toorts. Het is een tweejarige winterharde plant. In het eerste jaar vormt ze slechts een bladrozet met grote gesteelde, grijsgroene, wollig behaarde bladeren. In het tweede jaar ontstaat er een ca. 2 meter hoge stengel met wollige, naar boven kleiner wordende bladeren. Langs de toorts vormen zich 3-5 centimeter grote bloemen. De plant bloeit vanaf eind mei tot begin september. Het geslacht verbascum (toorts) telt ca. 300 soorten waarvan de meeste in Oost-Europa en het Nabije Oosten inheems zijn. Vijf van de 6 soorten die in onze streken in het wild groeien, bloeien geel. Ze zijn te vinden op onbebouwde plaatsen, op steile hellingen langs opritten, langs akkers en spoorlijnen.

Toortsen worden vooral door hommels en bijen bestoven. Het bloemetje van de toorts heeft vijf meeldraden, die allemaal (of slechts drie ervan) behaard zijn. Elk afzonderlijk bloemetje bloeit slechts één dag. Tegen de avond valt de kroon met de meeldraden aarzelend af.

De haren op de bladeren beschermen het kruid tegen vochtverlies, kruipende insecten en grazende dieren, daar het dons hun slijmvliezen prikkelt. Door de beharing kan het vocht niet doordringen tot het blad. De lucht tussen de haren vormt een isolerende laag. Op deze manier wordt de plant ’s winters beschermd tegen vorst.

De zachte haren op de bladeren en stelen zijn licht ontvlambaar. De naam toorts werd aan deze plant gegeven omdat men vroeger de bloemen, gedompeld in pek, als fakkel/toorts gebruikte. Ook werden ze gebruikt om lonten mee te maken voor olielampen. De bladeren werden in de winter gebruikt om de voeten warm te houden. Wanneer je toortsbladeren in schoenen legt, voorkomt dit zweetvoeten.

In Ierland voegde mende bladeren van de toorts aan tabak toe om daardoor de schade, die tabak aan de longen toebrengt, te beperken. Indianen gebruikten een kruidenmengsel met toortsbloemen om in een pijp te roken. Daardoor kwamen zij gemakkelijker in contact met de Grote Geest. De zaden gebruikten zij bij het vissen.

Producten waarin delen van de toorts verwerkt zijn worden tegenwoordig als phytotherapeutische geneesmiddelen voorgeschreven bij ontstekingen van de luchtwegen, urinewegen, huid, ogen en oren, astma, heesheid. Zij werken ontstekingsremmend en pijnstillend.

De bekende Duitse benedictijnse abdis (hoofd van een abdij) Hildegard von Bingen (1098-1179) zei: "Wie een zwak en treurig hart heeft moet de toorts tezamen met vlees en vis koken"
De zaden van toorts kunnen soms honderden jaren hun kiemkracht bewaren.

(Info: ecolonie.org en tuinen.nl)

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten