Deze foto is aan het begin van de week in een der noordelijke heerden gemaakt. Het kan niet anders of in dit huis staat een houtkachel. Misschien wel een open haard, zou ook nog kunnen. De stammen liggen mooi opgestapeld in verschillende buitenwandkasten, en om het hout niet al te nat te laten regenen (of sneeuwen) zijn er dakjes boven de kasten aangebracht. Ik moet zeggen, het ziet er keurig geordend uit. Ik weet niet hoe het de wat oudere lezer vergaat, maar het roept nostalgische en warme gevoelens op. Ik herinner me het kolenhok en de kolenkit in het ouderlijk huis. En ook de blokken turf die van boven in een kachel werden gestopt. Via een ronde opening, de ringen van het deksel kon je er een voor een met een pook uittillen. Mooie tijden. En een lekkere natuurlijke verwarming, daar kan geen moderne radiator tegen op.
Als associërend brengt dit onderwerp me bij het onderwerp dronken zijn. Waarom wordt er ook wel gezegd dat je dan kachel bent? Kachel zijn betekent '(stom) dronken' zijn. Je kunt ook half kachel zijn, dan ben je aangeschoten. De herkomst van kachel zijn is niet bekend. Er zijn wel enkele theorieën die de herkomst mogelijk verklaren; F.A. Stoett geeft er twee. Misschien is er een verband met hij is gepoetst, een verouderde uitdrukking waarin gepoetst 'dronken' betekent (vergelijk hij is vet en hij is in de olie, ook uitdrukkingen die betrekking hebben op dronkenschap). Gepoetst ('glimmend, glad') deed vervolgens denken aan een (glimmende) kachel. Vandaar zou kachel in gebruik gekomen kunnen zijn om iemand die glom mee aan te duiden, waarna de uitdrukking hij is kachel ontstond voor iemand die 'glom van dronkenschap'. De tweede mogelijkheid die Stoett geeft, is dat hij is kachel voortkomt uit de gelijkenis die men zag tussen het rode gezicht van een dronkeman en een roodgloeiende kachel. Hij heb de brand kwam eveneens voor in de betekenis 'hij is dronken', evenals de kachel aanhebben. OnzeTaal/Taaladvies.
Dit is ons uitzicht vanuit het keukenraam,leuk!
BeantwoordenVerwijderen