In het labyrint op de
Schoolwerktuin zag ik deze mooie hommel. Het was lekker zonnig weer, maar er
stond een stevige bries. Misschien zocht de hommel een beetje beschutting tegen
de wind. Opvallend is de (volgens de boekjes) helderrode achterlijfspunt. Ik
vind het meer bruinrood, maar dat is verder niet belangrijk. Deze hommel is
duidelijk een vrouwtje steenhommel, het is een koningin. Mannetjes van de
steenhommel hebben een brede kraag, een lichtgele snuit en vaak een lichtgele
band over het borststuk. Maar mannetjes zien we pas eind mei, begin juni. Ze
moeten nog worden geboren, net als de werksters, de
vrouwelijke “onderdanen” van de koningin.
Grashommels lijken op de
steenhommel, maar ze zijn iets kleiner en vrouwtjes hebben rode in plaats van
zwarte haren op de achterpoten. Bovendien is de grashommel veel zeldzamer dan
de steenhommel.
De steenhommel komt vrij
algemeen voor in open landschappen, tuinen, graslanden en langs bermen en
bosranden, aan de kust lijkt ze iets meer vertegenwoordigd te zijn dan in het
binnenland. De koningin bouwt haar nest onder stenen of wortels, in
muizennesten maar ook bovengronds in vogelnestjes. Een volgroeide kolonie van
de steenhommel bestaat uit zo'n 100 tot 300 werksters. De koningin is 22-26, de
werkster 12-16 en het mannetje 14-16 mm lang. De nestzoekende koninginnen zijn
te zien van midden maart tot eind mei, de werksters van eind april tot eind
september en de jonge koninginnen en mannetjes van eind juli tot begin oktober.
(info: Wikipedia en www.wildebijen.nl)
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Wat een schitterende foto !
BeantwoordenVerwijderen