zondag 2 juni 2013

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (148)

Twee onvruchtbare, zich nog ontwikkelende, stengels van heermoes, met op de achtergrond vaag herkenbaar een stengel met “bladeren”.  

Zowel in het “wild” als op veel tuinen kun je deze opvallende plant tegenkomen. Heermoes behoort tot de oude primitieve familie van de paardenstaarten. Bij deze planten worden nog geen bloemen en zaden gevormd, maar gaat de voortplanting via sporen, net als bij mossen en varens. Soortgenoten groeiden in het Carboon (ongeveer 320 miljoen jaar geleden) uit tot tientallen meters hoge “bomen” die grotendeels de huidige steenkoollagen vormden. Tijdens het tijdperk van de dinosauriërs kwam deze plantengroep zeer algemeen voor.

Heermoes is een overlever en was de eerste die na de uitbarsting van de vulkaan Mount St. Helens (Vereningde Staten -18 mei 1980) weer vaste voet op de hellingen kreeg. Ook op industriële terreinen met zware vervuiling of uitgeputte en zwaar samengepakte grond is de plant vaak de eerste die komt of de laatste die verdwijnt.

Paardenstaarten zijn gemakkelijk te herkennen aan de gelede structuur van hun stengels en kransstandige zij-assen. Daardoor zijn zowel stengels als "bladeren" gemakkelijk in de lengterichting uit elkaar te trekken. Op elke overgang van twee leden, een zogenaamde knoop, bevindt zich een krans van vergroeide schubben met tanden, de schede. Deze schubben vormen eigenlijk het equivalent van de bladeren bij hogere planten. Ook staat op de knoop een krans van zijtakken.

Heermoes is een van de algemene soorten uit de Paardenstaartenfamilie. Deze overblijvende soort vormt een groot stelsel van wortelstokken ondergronds, waardoor heermoes als het zich eenmaal gevestigd heeft zeer goed kan handhaven in akkers, bermen maar ook in tuinen en dan vaak beschouwd wordt als een ongewenste gast.

Heermoes maakt vanuit de wortelstok twee typen spruiten. Allereerst vroeg in het voorjaar de bladgroenloze, geelbruin blijvende stengels. Bovenop deze tot 30 cm hoog wordende stengels ontwikkelt zich de ongeveer 4 cm grote sporenaar. In deze sporenaar zitten zeshoekige schildjes waaronder de sporendoosjes hangen, waaruit de sporen te voorschijn komen. Nadat de sporen gerijpt en uitgezaaid zijn sterven de fertiele (vruchtbare) stengels af, en verschijnen de bekende groene “dennetak-achtige” stengels.

Heermoes is lastig te bestrijden. De wortelstokken kunnen tot 3 m diep groeien, breken gemakkelijk en slaan tijdens de groei een voedingsvoorraad op. Bij schoffelen of ploegen worden de wortelstokken tot stukjes kleine wortelstokjes gemaakt die opnieuw zullen uitlopen. Heermoes wordt daarom ook wel “akkerpest” genoemd.

(Info: stadsplantenbreda.nl – Wikipedia - annetanne.be)

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten