zondag 25 augustus 2013

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (157)

Gewone barnsteenslak met parasiet.

Op de kop van een slak zijn de twee gesteelde “ogen” zichtbaar, de steeltjes worden tentakels genoemd. Lang niet alle slakken hebben echter ogen, de soorten die ze wel hebben kunnen alleen lichtverschuivingen waarnemen. Alle slakken hebben onder de ogen een gepaard gesteeld zintuiglijk orgaan dat korter is dan de oogstelen, de zogenaamde tasters. Deze bevatten receptoren die onder andere geuren analyseren en worden gebruikt om de omgeving waar te nemen. Bij verstoring hebben slakken de typische gewoonte om de ogen en de tastorganen in te trekken.

Vrijwel elke diersoort heeft last van een bepaald soort parasiet. Elke parasiet heeft weer een eigen manier van overleven. Zoals de onderstaande soort die op een vreemde manier profiteert van de barnsteenslak. De gewone barnsteenslak is een landslak die in bijna heel Europa vrij algemeen voorkomt. Het huisje van de slak is dun en doorzichtige, bij volwassen exemplaren is het huisje 15 à 20 mm hoog. De gewone barnsteenslak komt vooral voor in vochtige gebieden en langs de waterkant.

Barnsteenslakken zijn dragers van een larvestadium van de parasitaire worm Leucochloridium paradoxum die behoort tot de Trematoda, een klasse van veelvoorkomende parasitaire zuigwormen uit de stam van de platwormen.
Deze worm ontwikkelt knotsvormige uitsteeksels die meestal in de tentakels van de slak terechtkomen waardoor die sterk opzwellen en niet meer ingetrokken kunnen worden. De tentakels krijgen meestal ook een groen-witte kleur. Bovendien maken de uitsteeksels in de tentakels pulserende bewegingen waardoor de slak gemakkelijk opvalt. Omdat de tentakels nu lijken op een bewegende vliegenlarve of een rups valt de slak meestal snel ten prooi aan vogels, maar soms ook aan zoogdieren. Als die de slak opeten ontwikkelt de worm zich verder in hun darmstelsel en plant zich daar voort. De als gastheer optredende vogels en zoogdieren verspreiden via hun uitwerpselen de larven van de worm in de omgeving waardoor nog meer slakken geïnfecteerd raken.

Als de slak niet opgegeten wordt, zwellen de uitsteeksels van de parasiet na enige tijd zodanig op dat de tentakels van de slak openbarsten. Ook daarbij komen dan nieuwe larven vrij die vervolgens op zoek gaan naar een volgende gastheer. De worm gebruikt de barnsteenslak zo om zijn larven sneller en efficiënter bij andere gastheren, vooral vogels, te krijgen.

(Bron: natuurbericht.nl en Wikipedia)

 Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten