Het weer in ons land is
(gelukkig) nogal wisselvallig. Relatief vaak schijnt de zon, maar zo nu en dan
wil er ook nog wel eens een “beetje” neerslag vallen. Nu is dat nog regen, maar
straks krijgt de neerslag ongetwijfeld weer een winters karakter.
Afgelopen dinsdag regende het soms en dus zocht ik noodgedwongen enkele keren een
schuilplaats. Bij een kop koffie vraag je je dan wel eens af wat insecten doen
als het regent. Gaan ze ook schuilen voor de regen?
Gelet op het geringe aantal
vliegende insecten van afgelopen dinsdag ligt het voor de hand deze vraag
positief te beantwoorden. Een uitzondering vormden de vlinders. Met name op de
vlinderstruiken zag ik meerdere kleine vossen en een enkele atalanta, op andere
planten ook diverse soorten witjes. En tot mijn verrassing vloog er zelfs een
zeer actieve kolibrievlinder.
Het weer is natuurlijk niet de
enige belangrijke factor, sommige insecten vliegen vroeg in het jaar, anderen
laat en weer anderen bijna het hele jaar. Afgelopen dinsdag waren er echter
opvallend minder “vliegbewegingen” dan de vorige twee dinsdagen. Toen vlogen er
veel rouwvliegen, nu zag ik vooral dode (verregende?) rouwvliegen.
Gelukkig werd de vraag of
insecten schuilen voor de regen al eens beantwoord door een hoogleraar in de
theoretische informatica: “Dit hangt af, natuurlijk, van soort tot soort. Vliegen
zullen inderdaad ergens een droog plekje zoeken om te schuilen, onder een blad
van een boom, of ze kruipen in hoog gras of binnen in een struik of haag.
Hetzelfde geldt voor veel over de grond kruipende insecten.”
Niet alleen regen, maar ook
wind bepaalt voor een groot deel het gedrag van insecten.
Bij windkracht 4 Beaufort
blijven de kevers aan de grond. Windkracht 5 is voor alle vliegen teveel,
behalve voor horzels. Bij windkracht 6 houden ook de nachtvlinders en bijen het
voor gezien. Als het stormt (kracht 9) zien we alleen nog zwaluwen of eenden
vliegen, maar bij een zware storm (kracht 10) blijven alle vogels aan de grond.
Honingbijen vliegen niet in de
regen. Hommels vliegen ook als het zachtjes regent. Bij wind boven de 30 km/u
gaan bijen niet meer op zoek naar voedsel, hommels daarentegen vliegen zelfs
nog als de windsnelheid tot 70 km/u is gestegen. Honingbijen vliegen niet als
het volledig bewolkt is, hommels wel. Zij vliegen wanneer andere bestuivende
insecten dat niet meer doen. Wilde bijen zijn het gevoeligst voor de
weersomstandigheden, bij slecht weer verminderen zij hun vluchten sterk of
stoppen er helemaal mee.
Wat een regendruppel is voor
een mug, is als een bus met een snelheid van 32 kilometer per uur voor een
mens. Een botsing is dus niet prettig. Maar dank zij het sterke externe skelet,
in combinatie met hun geringe gewicht, overleven muggen (en andere vliegende
insecten) de botsing. Ze bewegen als het ware mee met de “bus” die hen raakt,
blijkt uit opnames met een hogesnelheidscamera. En zo worden de “bussen” opeens
veertjes die de insecten raken.
Ongeschonden vliegt de mug
vrolijk verder.
De zweefvlieg (links) had een
droog plekje gevonden tussen de bloemblaadjes van de zinnia. De “doorweekte”
smalle randwants houdt schijnbaar wel van een buitje regen, anders zou hij/zij
toch wel een droog plekje hebben opgezocht in de heg waarop ik hem/haar
fotografeerde.
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Bedankt voor je prachtige foto"s Luit !
BeantwoordenVerwijderenDoor jou ga ik nog beter naar de natuur kijken .