zondag 22 september 2013

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (161)

Het weer in ons land is (gelukkig) nogal wisselvallig. Relatief vaak schijnt de zon, maar zo nu en dan wil er ook nog wel eens een “beetje” neerslag vallen. Nu is dat nog regen, maar straks krijgt de neerslag ongetwijfeld weer een winters karakter.
Afgelopen dinsdag regende het soms en dus zocht ik noodgedwongen enkele keren een schuilplaats. Bij een kop koffie vraag je je dan wel eens af wat insecten doen als het regent. Gaan ze ook schuilen voor de regen?

Gelet op het geringe aantal vliegende insecten van afgelopen dinsdag ligt het voor de hand deze vraag positief te beantwoorden. Een uitzondering vormden de vlinders. Met name op de vlinderstruiken zag ik meerdere kleine vossen en een enkele atalanta, op andere planten ook diverse soorten witjes. En tot mijn verrassing vloog er zelfs een zeer actieve kolibrievlinder.
Het weer is natuurlijk niet de enige belangrijke factor, sommige insecten vliegen vroeg in het jaar, anderen laat en weer anderen bijna het hele jaar. Afgelopen dinsdag waren er echter opvallend minder “vliegbewegingen” dan de vorige twee dinsdagen. Toen vlogen er veel rouwvliegen, nu zag ik vooral dode (verregende?) rouwvliegen.

Gelukkig werd de vraag of insecten schuilen voor de regen al eens beantwoord door een hoogleraar in de theoretische informatica: “Dit hangt af, natuurlijk, van soort tot soort. Vliegen zullen inderdaad ergens een droog plekje zoeken om te schuilen, onder een blad van een boom, of ze kruipen in hoog gras of binnen in een struik of haag. Hetzelfde geldt voor veel over de grond kruipende insecten.”

Niet alleen regen, maar ook wind bepaalt voor een groot deel het gedrag van insecten.
Bij windkracht 4 Beaufort blijven de kevers aan de grond. Windkracht 5 is voor alle vliegen teveel, behalve voor horzels. Bij windkracht 6 houden ook de nachtvlinders en bijen het voor gezien. Als het stormt (kracht 9) zien we alleen nog zwaluwen of eenden vliegen, maar bij een zware storm (kracht 10) blijven alle vogels aan de grond.

Honingbijen vliegen niet in de regen. Hommels vliegen ook als het zachtjes regent. Bij wind boven de 30 km/u gaan bijen niet meer op zoek naar voedsel, hommels daarentegen vliegen zelfs nog als de windsnelheid tot 70 km/u is gestegen. Honingbijen vliegen niet als het volledig bewolkt is, hommels wel. Zij vliegen wanneer andere bestuivende insecten dat niet meer doen. Wilde bijen zijn het gevoeligst voor de weersomstandigheden, bij slecht weer verminderen zij hun vluchten sterk of stoppen er helemaal mee.

Wat een regendruppel is voor een mug, is als een bus met een snelheid van 32 kilometer per uur voor een mens. Een botsing is dus niet prettig. Maar dank zij het sterke externe skelet, in combinatie met hun geringe gewicht, overleven muggen (en andere vliegende insecten) de botsing. Ze bewegen als het ware mee met de “bus” die hen raakt, blijkt uit opnames met een hogesnelheidscamera. En zo worden de “bussen” opeens veertjes die de insecten raken.
Ongeschonden vliegt de mug vrolijk verder.

De zweefvlieg (links) had een droog plekje gevonden tussen de bloemblaadjes van de zinnia. De “doorweekte” smalle randwants houdt schijnbaar wel van een buitje regen, anders zou hij/zij toch wel een droog plekje hebben opgezocht in de heg waarop ik hem/haar fotografeerde.

(Info: knmi.nl, nrc.nl en Imkersbond ABTB)

Foto + tekst: Luit Staghouwer

1 opmerking:

  1. Bedankt voor je prachtige foto"s Luit !
    Door jou ga ik nog beter naar de natuur kijken .

    BeantwoordenVerwijderen