zondag 12 januari 2014

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (170)

Afgelopen dinsdag keek ik weer eens rond op de tuinen van De Wiershoeck en de Kinderwerktuin. Het was ’s morgens nogal grijs en er stond een stevige wind. De temperatuur was heel aangenaam en gelukkig was het droog, maar de tuinen waren nog erg nat van de regen in voorgaande dagen. Ik was benieuwd of ik nog iets interessants zou zien.
Er worden af en toe nog vlinders gezien, maar daarvoor stond er nu te veel wind. Op de boerenkool zag ik nog wel een paar rupsen van het groot koolwitje. Het groot koolwitje overwintert als pop, schijnbaar vinden deze rupsen het nog te warm om nu al te gaan verpoppen.

Ook bij de bijenstal zou het nu volkomen rustig moeten zijn, gedurende de winter verkeren de honingbijen in een vrijwel bedwelmde toestand. Ze zijn dan in winterrust (geen winterslaap) en zitten dicht op elkaar in de bijenkasten. Bij strenge koude vormen ze een kleine tros -klein oppervlakte- en is er weinig warmteverlies, bij minder koud weer zitten de bijen “losser”, en is de tros dus groter van omvang. Maar helemaal rustig was het niet bij de bijenstal en op de boerenkool zag ik tot twee keer toe een honingbij rondscharrelen. Ze zullen daar ongetwijfeld geen nectar hebben kunnen vinden.

De meloenbomen in het labyrint van de Kinderwerktuin zijn al weer zo goed als uitgebloeid. De bloemetjes ruiken nog wel lekker, dat vonden waarschijnlijk ook de twee strontvliegen die ik erop zag. In het labyrint zag ik ook nog een paar bloeiende paarse dovenetels en het nieskruid (helleborus) begint te bloeien. Op het “schapenhek”, waarmee het labyrint is gevormd, zag ik een paar groepjes lieveheersbeestjes, die voor hun winterslaap een plekje tussen / onder het ijzerdraad van het hekwerk hebben uitgekozen.

De lieveheersbeestjes hoeven niet bang te zijn voor deze groene stinkwants, want dat is een planteneter. De volwassen groene stinkwantsen overwinteren. In het late najaar worden de dieren in één à twee weken bruin, om na de overwintering in dezelfde tijd weer groen te worden. Opvallend is, dat vaak in groepjes wordt overwinterd. En in zo'n groepje zijn er dan altijd wel één of twee die niet bruin zijn geworden. Hiervoor heeft men nog geen verklaring gevonden. 

Foto + tekst: Luit Staghouwer

1 opmerking: