zondag 2 februari 2014

FOTO´S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (173)

De weilanden waren nog met een laag sneeuw bedekt toen ik dinsdag richting De Wiershoeck fietste. Maar het was prachtig winterweer en ondanks dat ik wel wist dat het zeer waarschijnlijk een magere oogst zou worden, liep ik even later gewapend met m’n camera, en genietend van de zon, weer te speuren naar “klein wild”. Zou ik naast de reeds bekende onderwerpen nog iets nieuws ontdekken? Ik was benieuwd.

Op de Kinderwerktuin keek ik nog even weer bij de witte kluifzwammen. De meesten waren nog geheel of gedeeltelijk verstopt onder de sneeuw. Maar een enkeling liet zich in volle glorie fotograferen. Aan de andere kant van de tuin keek ik ook nog even weer bij de hazelaars. Ik vind de kleine vrouwelijke bloemetjes steeds weer leuk om te zien. En ondanks dat ik deze combinatie van vrouwelijke en mannelijke (het katje) bloeiwijze al eerder heb laten zien, heb ik de foto toch in dit plaatje verwerkt.

Viel er dan helemaal niets nieuws te ontdekken? Toch wel, onder een op de grond liggend stuk hout zat een kleine, mij onbekende, wants verstopt. Via de beheerder van een Belgische site over wantsen kwam ik te weten welke wants het was en op een Duitse site vond ik vervolgens enkele gegevens over deze “Glänzende Weichwanze”.
Deze wants, de Deraeocoris lutescens, heeft geen Nederlandse naam en behoort tot de  blindwantsenfamilie. Met meer dan 300 soorten is dat één van de grootste wantsenfamilies in Europa.

De wants heeft een kort en breed lichaam. Hij glanst, is geelbruin tot bruin gekleurd en donker gevlekt. De antennes zijn geel gekleurd. Op de dijen hebben ze één bruine ring, op de schenen twee. Het is een algemeen voorkomende wants, maar je kijkt hem gemakkelijk over het hoofd, want hij is slechts 3,8 tot 4,6 millimeter “groot”.

Ze leven op verschillende soorten loofbomen, waar ze op kleine insecten jagen. De volwassen wantsen overwinteren, vaak in groepsverband, onder loszittend schors. In het voorjaar wordt er gepaard en de eitjes worden in mei en juni afgezet in jonge loten van de “gastboom”. De jonge wantsen (nimfen) kunnen van mei tot september worden waargenomen. De nieuwe generatie volwassen wantsen verschijnt vanaf juli.

De Deraeocoris lutescens eet bladluizen, bladvlooien en kleine rupsen. Met de lange zuigsnuit wordt de prooi leeggezogen. Deze kleine wants komt voor in Zuid-Europa, Midden-Europa, Zuid-Scandinavië en West-Azië.

 Foto +tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten