zondag 16 maart 2014

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (177)

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, woensdag 12 maart 2014

Toen ik afgelopen woensdag naar De Wiershoeck fietste zag ik op het speciaal beheerde, drassige weiland langs het Krimstermolenpad mijn eerste grutto van dit jaar. Het was een veelbelovend begin van een prachtige dag.

Door het fraaie lenteweer valt er geleidelijk aan steeds meer te genieten op de tuinen van De Wiershoeck en de Kinderwerktuin. De struiken komen weer in blad, de wilgenkatjes kleuren geel en worden druk bezocht door o.a. honingbijen, hommels en vlinders. Ik zag een vroege solitaire bij, waarschijnlijk een rosse metselbij, en ook zag ik een paar mij onbekende kevertjes. Ook dit keer kon ik geen (rustende of dagactieve) nachtvlinder ontdekken en op de in dikke schijven gezaagde stam van de gesneuvelde populier viel dit keer niets te beleven.
Maar ik ontdekte ook een paar “eerstelingen”. Op de katjes van de bandwilg zaten meerdere kleine vossen, maar die vlinder is al een paar weken actief. Er zat echter ook een dagpauwoog op en die had ik dit jaar nog niet eerder gezien. Hij was nog mooi van kleur, maar de vleugelranden waren een beetje gerafeld.

De kleine vos vliegt in twee jaarlijkse generaties, die elkaar in vliegtijd overlappen. De eerste generatie verschijnt vanaf begin juni, de tweede volgt vanaf begin augustus. De vlinders van de tweede generatie eten zich in de eerste dagen van hun bestaan vol, teneinde voedselreserve op te bouwen. Daarna zoeken zij een schuilplaats om te overwinteren, de vlinders zijn bestand tegen vorst tot zeker -20°C. Volwassen vlinders van de eerste generatie worden 25 tot 60 dagen oud, die van de tweede (overwinterende) generatie 280 dagen tot een jaar.

De dagpauwoog vliegt van maart tot en met september en overwintert als volwassen dier.
In gematigde streken zoals West-Europa en dus ook Nederland ontwikkelt zich meestal slechts 1 generatie per jaar. In warmere streken ontwikkelen de rupsen zich sneller en kunnen twee tot drie generaties tot ontwikkeling komen.
De dagpauwoog kan wanneer hij eenmaal volwassen is zeer oud worden in vergelijking met veel andere vlindersoorten. De meeste soorten sterven al na enkele weken of dagen, de volwassen dagpauwoog kan echter vele maanden oud worden. Oudere vlinders hebben vaak een beschadigd vleugeloppervlak en zien er wat verweerd uit.

In het labyrint kwam ik nog een “overwinteraar” tegen, die ik dit jaar nog niet eerder had gezien: een gehakkelde aurelia. Deze vlinder kent in het grootste gedeelte van haar verspreidingsgebied twee generaties per jaar. De volwassen vlinder kan worden aangetroffen van maart tot oktober. De eerste generatie imago's (volwassen vlinders) komt rond april uit de pop. De snel ontwikkelde exemplaren zijn vrijwel meteen klaar voor de paring en ontwikkelen in de zomer een tweede en soms zelfs nog een derde generatie. De langzamer ontwikkelde exemplaren zijn niet meteen seksueel ontwikkeld en vliegen tot de winter zonder te paren. De vliegtijden van de generaties overlappen hierdoor en ook de overwintering van de volwassen vlinder gebeurt dus door vlinders uit verschillende generaties.
De vlinder verstopt zich in de winter in de strooisellaag, houtmijten, in holtes in bomen of andere beschutte plaatsen. Met dichtgeklapte vleugels is hij goed vermomd als een dor blaadje. Hij heeft dan ook geen ander verdedigingsmechanisme, in tegenstelling tot de verwante dagpauwoog en kleine vos, die bij verstoring met de vleugels klapperen. De dagpauwoog toont dan bovendien intimiderende oogvlekken.

Zo te zien heeft deze gehakkelde aurelia voor de winter al heel wat vlieguren gemaakt. De vleugels van vlinders zijn bedekt met ontelbare microscopische schubben. De schubben zijn dakpansgewijs gerangschikt zodat ze elkaar ruim overlappen en ze geven de vlinder zijn kenmerkende kleur. De vleugels zijn echter heel kwetsbaar en bij een oudere vlinder zijn delen van de vleugels vaak kaal (schubloos).
Bron: Wikipedia

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten