zondag 23 maart 2014

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (178)

De intense rode kleur van een door de zon beschenen rode anemoon valt onmiddellijk op tussen het groen. Anemonen zijn overblijvende, kruidachtige planten uit de ranonkelfamilie. Ze komen voornamelijk voor in noordelijke gematigde gebieden. Ze hebben gelobde bladeren en grote bloemen met duidelijke kelkbladeren. De lange bloemsteel draagt één of meerdere witte, rode, blauwe, paarse of zelden gele bloemen. De meeste anemonen bloeien in het voorjaar, meestal van mei tot juni. Rode bloemen schijnen het meest voor te komen. Er zijn ongeveer 120 soorten anemonen, waarvan er drie in Nederland en België in het wild voorkomen: blauwe anemoon, bosanemoon en gele anemoon. De bovenste foto van de anemoon maakte ik even na half een. Om drie uur maakte ik nog een rondje door het labyrint van de kinderwerktuin en tot mijn verbazing was de bloem al weer gesloten.

Het leven van een vlinder is vaak maar kort. Veel vlinders worden niet ouder dan twee of drie weken. En in die korte tijd moeten ze zorgen voor nakomelingen. Ze moeten dus snel op zoek naar een partner en dan wel eentje die van hetzelfde soort is. Dagvlinders herkennen elkaar in eerste instantie aan het uiterlijk. Ze zoeken elkaar vaak op een plek die opvalt in hun leefgebied, bijv. een heuveltop of een alleenstaande boom of een open plek. Mannetjes vliegen daar rond en storten zich letterlijk op elk vrouwtje dat lijkt op zijn eigen soort en dat langs komt vliegen. Vervolgens begint de balts waarbij het mannetje een geurtje verspreidt. Daarop reageert het vrouwtje. Als het mannetje niet van hetzelfde soort is, zal er geen paring plaatsvinden want het vrouwtje herkent de geur van het mannetje niet, keurt hem af en vliegt verder. Als het vrouwtje in geuren en kleuren het mannetje heeft goedgekeurd, dan volgt de paring. Na de paring heeft het mannetje een geurtje achtergelaten op het vrouwtje en haar daarmee gelijk minder aantrekkelijk gemaakt voor andere mannetjes: die willen graag een geurvrije (en dus maagdelijke) dame. Na de paring gaan de mannetjes verder met het zoeken naar andere vrouwtjes, terwijl de bevruchte vrouwtjes juist op zoek gaan naar een plekje om hun eitjes te leggen.

Baltsende vlinders zijn nogal druk, ze fladderen om elkaar heen totdat het vrouwtje ergens gaat zitten en het achterlijf uitnodigend omhoog houdt. Maar het gebeurt ook dat het vrouwtje (nog) niet paringsbereid is. De afgelopen weken zag ik meerdere keren een tweetal kleine vossen, die rustig achter elkaar zaten, gewoon op het gras, in een boom en op de stam van een boom. Puur toeval of onderdeel van het baltsgedrag? Ik vroeg het aan de Vlinderstichting en dit was het antwoord:
“Inderdaad, goed gezien, onderdeel van baltsen. Het mannetje probeert het maar het vrouwtje moet er wel klaar voor zijn. Even ruiken, aftasten, betikken met de poten en zo.”

Info: Wikipedia en IVN

Foto + tekst: Luit Staghouwer

1 opmerking:

  1. heel erg mooie foto('s) :-)

    interessante tekst.

    gr. therèse

    BeantwoordenVerwijderen