zondag 31 augustus 2014

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK-EN SCHOOLTUIN (198)

Deze opvallende spin is de wespspin, maar ze wordt ook wel tijgerspin genoemd. 

De naam 'wespspin' heeft alles te maken met het uiterlijk; de spin kan niet steken en de beet is ongevaarlijk voor mensen. De naam is vooral te danken aan het relatief zeer grote vrouwtje (foto). Ze heeft een zwart achterlijf met heldere gele, witte en diepzwarte grillige banden, vooral vlak voor het afzetten van de eitjes is het achterlijf sterk opgezwollen. De buikzijde van het achterlijf heeft twee gele strepen in de lengterichting. Het kopborststuk is zilverachtig behaard en de poten zijn duidelijk bruinzwart met geelgrijs gebandeerd. Ondersteboven zittend in het web valt de spin daardoor goed op, maar wordt door veel vijanden juist met rust gelaten vanwege het wesp-achtige uiterlijk. De wespspin is een van de grootste Europese spinnen, en is vanwege de lengte en kleuren moeilijk over het hoofd te zien. Zelfs voor mensen die niets van spinnen weten is de soort makkelijk op naam te brengen. Vrouwtjes worden ongeveer 15 millimeter lang, gemeten van de kaken tot aan de punt van het achterlijf, door de grote dikke poten lijkt de spin aanzienlijk groter. Mannetjes zijn dofbruin en veel kleiner, ze worden maximaal 5 millimeter. Vanwege hun geringe grootte worden de mannetjes maar zelden opgemerkt.

Oorspronkelijk was de wespspin een Zuid-Europese soort. Sinds zo’n twintig, dertig jaar is de spin echter steeds noordelijker gaan opduiken en tegenwoordig vind je haar dan ook regelmatig in het grootste deel van Nederland. Mogelijk voelt de spin zich hier nu meer thuis door de opwarming van het klimaat in onze streken. De soort wordt gevonden op de heide, maar ook in wegbermen, grasland en de laatste jaren zelfs regelmatig in tuinen.

Tegen het einde van de zomer spint het vrouwtje van de tijgerspin verschillende grote papierachtige, bruine eicocons. Een cocon bevat honderden eitjes en wordt door het vrouwtje bewaakt tot ze sterft. Ongeveer een maand nadat de cocon is gesponnen komen de jonge spinnetjes (spiderlings) uit het ei, maar verlaten de cocon pas in maart van het volgende jaar.
Gedurende de winter kunnen de donker gestreepte eicocons worden aangetroffen, ze zijn moeilijk over het hoofd te zien omdat ze zo groot zijn als een golfbal en meestal tussen grashalmen of struiken worden opgehangen.

De wespspin is ook gemakkelijk te herkennen aan de opvallende witte zigzagband van witte zijde in haar web. De functie van de zigzagband in haar web is niet geheel duidelijk. Er zijn verschillende theorieën in omloop: het zou insecten aantrekken, rovers afschrikken en omdat het duidelijk zichtbaar is zouden er geen dieren doorheen lopen. Waarschijnlijk zijn alle theorieën een beetje waar en helpt het de spin te overleven.


(Info: Wikipedia e.a.)

Foto + tekst: Luit Staghouwer

2 opmerkingen:


  1. wat een mooie spin. heb nog nooit zo één gezien. dank je voor het plaatsen.

    Therèse

    BeantwoordenVerwijderen