zondag 19 oktober 2014

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (205)

Tweedoornwants met slachtoffer

Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die het prettig vinden dat er niet zoveel insecten meer rondvliegen. Sommige insecten kunnen erg vervelend zijn. Maar lang niet alle insecten zijn hinderlijk. Wat zouden de insecten van ons vinden? Voor veel insecten is het (vlieg-)seizoen voorbij, ze zullen overwinteren als ei, larve, pop en een enkele soort als volwassen insect. Tenminste, als ze daarvoor de kans krijgen. We ruimen onze tuinen op en met het (bijna) afgestorven plantenmateriaal gooien we vaak veel nieuw leven weg.

De laatste paar weken zijn er op de tuinen van De Wiershoeck en de Kinderwerktuin al duidelijk minder insecten dan in de zomer (zowel soorten als “individuen”). Maar ik kom nog wel regelmatig verschillende soorten wantsen tegen. De vorige keer vertelde ik iets over een “glazige” nimf van de groene stinkwants, dit keer is de tweedoornwants aan de beurt. De volwassen tweedoornwants (10-13 mm) is te zien van juli tot oktober. De wants is tabaksbruin en geheel bedekt met zwarte spikkeltjes. De soort overwintert meestal als ei, soms als larve. Het voedsel bestaat uit andere insecten, vooral larven van vlinders en kevers. De nimfen drinken ook sap van planten. Deze wants komt alleen voor in extensief gebruikte biotopen en houdt van lage bosjes in vochtig terrein.

Ook dit vrouwtje van de tweedoornwants zal de winter niet overleven. Sterker nog, ze haalt de winter niet eens. De mannetjes van deze wants zijn in september al gestorven, nadat er is gepaard. De iets grotere vrouwtjes leven langer, tot in november. Dat is logisch, want de vrouwtjes moeten nog eitjes leggen. De eitjes worden gelegd in groepjes van 20 tot 50 stuks. Met een beetje geluk komen de eitjes ongeveer half mei uit. Aan het opgezwollen achterlijf is te zien dat dit vrouwtje nog eitjes moet leggen. Ze moet daarom nog even in leven blijven en dus moet ze eten. Dit keer staat er een rups op het menu.

Wantsen hebben naast de algemene kenmerken van insecten (o.a. zes poten) een steeksnuit (rostrum) waarmee planten of prooien worden leeggezogen. De monddelen van de wants zijn geƫvolueerd tot een steeksnuit die aan de voorkant van de kop ontspringt. De snuit wordt onder het lichaam gehouden en kan naar voren worden bewogen. Het rostrum kan uit een verschillend aantal geledingen bestaan.

De naam tweedoornwants dankt deze wants niet aan het zeer puntige halsschild, maar aan een paar kleine doorns aan de binnenkant van de voorste poten.


 Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten