zondag 30 november 2014

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (211)

Maandag een week geleden ontdekte ik, tussen een paar stukken vermolmd hout onder een losliggend stuk boomschors, een vrij forse, ruim 3 cm lange, geel-bruine larve. Op zo’n plek zie je vaak pissebedden, duizendpoten, wormen, kevertjes en verschillende soorten larven. De larve leek op de larve van een kniptor, maar die is slechts 2 cm groot en deze larve was ruim de helft langer. Via de Nederlandse Entomologische Vereniging kwam ik te weten dat het de larve van een vuurkever is. (De N.E.V. heeft als doel de studie van insecten, spinachtigen, duizendpoten en miljoenpoten te stimuleren.)

Omdat ook voor de afgelopen week de weersverwachting voor maandag gunstiger was dan voor de rest van de week, was ik ook op deze mooie zonnige (maar frisse) maandag weer present op de tuinen van De Wiershoeck en de Kinderwerktuin. Er werd o.a. gewerkt aan het opruimen van enkele forse schijven van een (maanden geleden) omgezaagde populier. Tussen de dode stukken hout bleken tientallen larven van de vuurkever een schuilplaats te hebben gevonden. Ze moesten noodgedwongen op zoek naar een andere plek om te overwinteren.

Wereldwijd zijn er ongeveer 100 soorten vuurkevers, maar die komen vooral voor in (sub-)tropische gebieden. Bij ons komen alleen de zwartkopvuurkever en de roodkopvuurkever voor. Het enige verschil tussen deze twee soorten is de kleur van de kop. Het zijn met een lengte van 15 tot 20 mm vrij forse kevers. De roodkopvuurkever komt in ons land meer voor dan de zwartkopvuurkever, maar dit is ongetwijfeld een larve van de zwartkopvuurkever. In mei zag ik een paar zwartkopvuurkevers op enkele meters afstand van het hout waarop ik de larven nu zag. De kleuren van deze kever zijn onmiskenbaar; een knalrood borststuk en achterlijf, de rest van het lichaam is gitzwart. Kenmerkend zijn ook de twee lange zwarte sprieten. Bij het vrouwtje (foto) zijn deze sprieten getand, de tanden van de sprieten bij het mannetje zijn langer (de sprieten zijn “gekamd”). De zwartkopvuurkever wordt ook wel  zaagsprietkever genoemd.
De volwassen kever komt voor in de periode mei-juni en voedt zich met o.a. nectar en sap van bloemen.

De larven ontwikkelen zich in 2 tot 3 jaar onder boombast en in het hout van wegrottende bomen, waar ze jagen op de larven van andere kevers, zoals boktorren, prachtkevers en letterzetters. Bij gebrek aan andere insecten kan dat zelfs een soortgenoot zijn. Het zijn dus echte jagers en ze hebben stevige kaken en zes kleine pootjes. De larven worden ongeveer 3,5 cm groot. Daarna vindt de verpopping plaats, dat duurt ongeveer een maand en dan komt de kever tevoorschijn. De kevers leven maar een paar weken. De mannetjes sterven na het paren, de vrouwtjes nadat ze eitjes gelegd hebben onder rotte boomschors.


Info: Wikipedia, Gardensafari.nl en bertpijs.nl

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten