zondag 20 september 2015

BOUWPLAN ONNEMAHEERD STEMDE NIET OVEREEN MET BESTEMMINGSPLAN


Onnemaheerd. RIBWGroningen: het oprichten van vijf woningen.
Dit bouwplan stemt niet overeen met het geldende bestemmingsplan. Voor het gebied van dit bouwplan is een voorbereidingsbesluit vastgesteld, genaamd Onnemaheerd.
Daardoor kunnen Burgemeesters en Wethouders volgens artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 50 van de Woningwet aan dit bouwplan meewerken.
Het staat er echt. In een gemeentelijke pagina van de Gezinsbode, 1997, onder de kop 'Bouwplannen.' 
Zie afbeelding boven en rechts. Beijumer Lammert Doedens fietste afgelopen week naar de Groninger Archieven om het document boven tafel te halen. Hij zond ook het linker plaatje mee van een waakhond.

Het document roept vragen op. Het destijds geldende bouwplan stemde niet overeen met het geldende bestemmingsplan. Waarom hebben B en W met de genoemde artikels 19 en 50 in de hand dan toch aan dit plan meegewerkt? Wat is er gebeurd dat er over het 'niet in overeenstemming zijn' is heengegaan? Kan het zijn dat er destijds alsnog goedkeuring is verleend voor wonen en niet voor verblijf? 
Wordt ongetwijfeld vervolgd.

3 opmerkingen:

  1. Het Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd uit 1997 en het negeren van dit ruimtelijk besluit

    Deel 1


    Aan de orde is het oude artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).
    B&W kunnen “vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan, mist het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen, dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben.
    Onder een goede ruimtelijke onderbouwing wordt bij voorkeur een gemeentelijk, intergemeentelijk of regionaal structuurplan verstaan (...)”.

    Dit artikellid staat toe dat een uitzondering kan worden gemaakt op het vigerende bestemmingsplan van 1997. Maar dan moet er wel een deugdelijk plan aan ten grondslag liggen. Die "goede ruimtelijke onderbouwing". Deze moet zijn voorgelegd aan de gemeenteraad, gemeenteraden en/of Provinciale Staten (bij een regionaal structuurplan).

    Met andere woorden: waar is die ruimtelijke onderbouwing inzake die vijf Lentis-woningen aan de Onnemaheerd?
    Die ruimtelijke onderbouwing is een onmisbaar vereiste om een afwijking van het geldende bestemmingsplan te legitimeren c.q. goed te keuren.

    Wat staat in die ruimtelijke onderbouwing van 1997 over de bestemmingsfunctie van de Onnemaheerd-woningen? Zeer waarschijnlijk een maatschappelijke (zorg)functie (in 1997). Gegeven de geplande zorgwoningen van Lentis; in hoofdzaak (voor negen van de twaalf personen) te vergelijken met een forensisch-psychiatrisch internaat, een forensisch-psychiatrisch opvangtehuis of een forensisch-psychiatrisch hersteloord voor een wisselende doelgroep in de laatste fase van hun behandeling.


    Voorbereidingsbesluit inzake de Onnemaheerd 6 e.o.

    De ruimtelijke onderbouwing om af te mogen wijken van het toenmalige bestemmingsplan is dat Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd, waarover de Groninger Gezinsbode van 23 oktober 1997 schrijft.

    Met andere woorden: er komt in 1997/1998 een nieuw Bestemmingsplan Onnemaheerd en het Voorbereidingsbesluit van de Onnemaheerd is hiervan een voorloper.

    Zie als uitleg:

    https://dloket.assen.nl/loket/vraag-en-antwoord/wat-een-voorbereidingsbesluit

    Dit voorbereidingsbesluit is volgens de Gezinsbode reeds vastgesteld; door de gemeenteraad wel te verstaan.

    Een voorbereidingsbesluit is een formeel en inhoudelijk besluit om op termijn een bestemmingsplan te wijzigen. Een voorbereidingsbesluit levert qua planvorming de vereiste ruimtelijke onderbouwing op van het vroegere art. 19 lid 2 van de WRO. Omdat die ontwerp-plannen redelijk concreet zijn, maar een voorbereidingsbesluit is niet gelijk aan een ontwerp-bestemmingsplan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deel 2

    Het Postzegelplan Onnemaheerd is er nooit gekomen!


    Zeer opvallend is dat er een superklein gebied ten grondslag ligt aan dat Voorbereidingsbesluit aangaande de Onnemaheerd. In de praktijk wordt dit een “postzegelplan” genoemd.

    Maar, ik herhaal, waarom is dat Postzegelplan/Bestemmingsplan van de Onnemaheerd niet opgenomen in het latere Bestemmingsplan Beijum (er kunnen meerdere zijn geweest)?
    Dit is zeer opmerkelijk!


    Na 1997 is er een nieuw Bestemmingsplan Beijum gekomen. Wat staat hierin?
    Volgens Gerard Koorman op 14 september 2015 - tijdens een nagesprek tegen ondergetekende - de bestemming “Wonen”, maar dit is echter in strijd met die vroegere ruimtelijke onderbouwing, waarmee de gemeenteraad heeft ingestemd.
    Een nieuw bestemmingsplan past zich bij vernieuwing aan bij die in het verleden toegestane vrijstelling volgens art. 19 lid 2 WRO. Dat is de concrete bestemmingsplanpraktijk.

    John Veldman van de BOB heeft hier onlangs eveneens naar gekeken en hij vond de bestemming “Wonen”. Zie de prachtige en doortimmerde bestuursverklaring van het bestuur van de BOB van 3 september 2015 (op 4 september op hun website geplaatst).

    Met andere woorden: dan is die vrijstelling van 1997 in het huidige Bestemmingsplan Beijum NIET opgenomen. Dan is die uitzondering op de regel NIET nagevolgd. De oude bestemming “wonen” is eenvoudigweg gehandhaafd.


    Conclusie 1: dat piepkleine Bestemmingsplan Onnemaheerd is er NIET gekomen; in ieder geval NIET vastgesteld door de toenmalige gemeenteraad.

    Nog erger en kwalijker: er is een superklein gebied aangewezen in dat Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd uit 1997. Dat gold als goede ruimtelijke onderbouwing. De kans is erg groot dat het hierbij gebleven is.

    Conclusie 2: dat Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd had slechts een tijdelijke functie. Om Lentis te dienen. Een juridische truc van de dienst RO/EZ?

    Conclusie 3: Het Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd is nadien niet opgenomen in het nieuwe Bestemmingsplan Beijum.

    Conclusie 4: Op grond van bovenstaande conclusies: dan hebben de huidige Lentis-woningen sinds 1997/1998 een illegale bestemming in relatie met het toenmalige - en huidige bestemmingsplan. “Wonen” i.p.v. een maatschappelijke (opvang)functie.

    Conclusie 5: De gemeenteraad van Groningen is in 1997 met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid om de tuin geleid door wel een Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd vast te stellen, zonder dat er later een Bestemmingsplan Onnemaheerd is gekomen. Dat Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd is niet opgenomen in latere wet- en regelgeving.


    Artikel 50 van de oude Woningwet handelde over een bouwvergunning; nu omgevingsvergunning genoemd. Maar een bouwvergunning zegt niets over de bestemming van een gebouw volgens het bestemmingsplan in kwestie.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik maakte vanmiddag een fout m.b.t. art. 19 van de voormalige Wet op de Ruimtelijke Ordening. Ik citeerde art. 19 lid 1 WRO. "B&W" moet vervangen worden door de gemeenteraad. Mijn excuses hiervoor.

    Art. 19 lid 2 WRO gaat over de bevoegdheid van het college van B&W om vrijstelling van het geldende bestemmingsplan te verlenen. Onder bepaalde voorwaarden.*


    Het geval aan de Onnemaheerd is zeer interessant, omdat de Groninger Gezinsbode verwijst naar een "Voorbereidingsbesluit". Dan is de gemeenteraad eerst aan zet geweest om dit "Voorbereidingsbesluit" te nemen. Het waarom van dit "Voorbereidingsbesluit" fascineert mij. Wat was de noodzaak om eerst een "Voorbereidingsbesluit" te nemen? Voor zo'n klein gebied?


    Voor de fijnproevers: misschien is art. 19 lid 4 van de voormalige WRO aan de orde.

    Citaat:

    "Vrijstelling krachtens het eerste lid (via de boeg van de gemeenteraad, KBH) wordt niet verleend voor een project dat wordt uitgevoerd in een gebied waarvoor
    a. het bestemmingsplan niet tijdig overeenkomstig artikel 33, eerste lid, is herzien of
    b. geen vrijstelling overeenkomstig artikel 33, tweede lid, is verleend, tenzij voor het gebied een voorbereidingsbesluit geldt of een ontwerp voor een herziening ter inzage is gelegd."

    Misschien is het Voorbereidingsbesluit Onnemaheerd een noodgreep geweest, omdat het bestemmingsplan in kwestie niet tijdig is herzien. Het blijft echter giswerk.


    * Noot: De weg van art. 19 lid 2 WRO, via de boeg van het college van B&W, had immers ook kunnen worden bewandeld. Met handhaving van het vereiste van "een goede ruimtelijke onderbouwing". De meest gebruikte weg.


    Waaraan moet een goede ruimtelijke onderbouwing voldoen?
    Zie hieromtrent:

    http://www.av-consulting.nl/activiteiten/Ruimtelijke_Onderbouwing.htm

    Zie met name de externe voorwaarden!

    BeantwoordenVerwijderen