woensdag 1 juni 2016

BEIJUMBORG (27)


Op reis (1)

Eerder vertelde ik iets in deze column over die prachtige tijd van de Tienertoer, eind jaren ’60 en begin jaren ’70 van de vorige eeuw. De blogger gaf aan dat hijzelf vooral ook prettige herinneringen had aan de (qua leeftijdsgroep) opvolger van de Tienertoer: de Interrailkaart. Daarmee kon je destijds gedurende een volle maand door gans Europa reizen, en ja: die ervaring van de blogger kon ik van harte bevestigen.

Samen met mijn goede vriend Jan lag ik in een tentje in het door gietende regen geteisterde Salzburg. Donderklap na donderklap klonk, oneindige waterstralen kwamen er naar beneden: een waterig begin van wat een onvergetelijke vakantie zou gaan worden. We waren net 18, nauwelijks droog achter de oren, en hadden met onze goed gevulde rugzakken eerst maar eens plaats genomen in de internationale trein naar München, met een overstap naar Salzburg. Vraag me niet waarom Salzburg: zo lollig is die stad helemaal niet. Maar goed: misschien was het omdat we eerst wilden wennen aan het reizen per trein over lange afstand…wie zal het zeggen?

De volgende dag volgde een spannend moment: zou de trein naar Athene, die van München via Oostenrijk en Joegoslavië liep, nog plaats hebben voor deze twee kerels? We stapten in, en er bleek zowaar een hele coupé voor zes personen beschikbaar te zijn. Toen we de deur van de coupé open deden begrepen we waarom: er had daarvoor iemand met vreselijke zweetpatatten in gezeten, en die lucht was nog alom aanwezig. Snel aan de slag met deodorant: dat hielp in ieder geval om de ergste stank wat te temperen. En de ramen wagenwijd open: dat waren nog van die grote schuiframen, die je een flink eind naar beneden kon halen. Door de Alpen heen met de trein is een spectaculaire rit: we genoten volop van het uitzicht.

Mozarteum Salsburg 
De grens met Joegoslavië was werkelijk een ongelofelijke ervaring: kolonnes soldaten met honden bestormden de trein, om illegale invoer van o.a. spijkerbroeken in het nog communistische land te voorkomen. De Zweedse, Duitse, Nederlandse en Zwitserse jongeren om ons heen konden, net als wij, gelukkig aantonen dat we niks geen kwaads in de zin hadden, en zeker niet van plan waren om de inwoners van de heilstaat van Tito van spijkergoed te voorzien. En zo reden we naar Ljubljana, Zagreb en Belgrado….door een eindeloze vlakte waar langs de parallelweg naast de spoorbaan voornamelijk uitgebrande autowrakken te zien waren. Ik herinner me ook nog kolossale velden met zonnebloemen, en een aldoor verslechterende hygiënische staat van de toiletten in de volle wagons.

In Belgrado stapte er rond het middaguur een wat oudere Duitser in, die met zijn koffer in het gangpad bleef staan. We rookten samen een sigaret, en hij vertelde dat hij – net als de meesten van ons – op weg was naar Athene, waar hij om vijf uur aan hoopte te komen, Toen ik hem zei dat dat dan wel de volgende dag om vijf uur was trok hij wat bleek om de neus weg….daar had hij niet op gerekend: 27 in plaats van 3 uur treinreizen was beslist tegen zijn zin in. “ Waar moet ik dan slapen?”, vroeg hij wat benauwd.

 Ik wees naar boven, waar in het het gangpad nog een paar lege bagagerekken waren. Geen aantrekkelijk idee voor onze Duitser, volgens mij……

Volgende keer: oorlog in Griekenland.

Han Borg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten