De afgelopen weken
en ook nu nog zie je overal lieveheersbeestjes. Zowel volwassen
kevertjes als larven in diverse stadia en de poppen. Dat vlinders
verpoppen weet iedereen wel, maar er zijn veel meer insecten die dat
doen. Bij vlinders komt er uit het ei een heel klein rupsje, dat
rupsje groeit. Groeit uit zijn huidje (het externe skelet), vervelt
dus en groeit weer verder. Dat gebeurt enkele keren (meestal 5)
totdat de rups volgroeid is en het tijd wordt om te verpoppen. In de
pop lost de rups volledig op, in anderhalf tot drie weken verandert
de rups in een vlinder.
Uit het eitje van
het lieveheersbeestje komt na ongeveer vier dagen een larfje. Maar
afhankelijk van de temperatuur kan het ook 10 of zelfs minder dan
twee dagen duren voordat een ei uitkomt. De jonge larfjes blijven de
eerste dag op of bij de eitjes zitten. De lege eischalen worden
opgegeten, en eventueel ook de onbevruchte eitjes, die het vrouwtje
er voor dat doel bij gelegd heeft. Een vrouwtje legt tussen de 10 en
50 eitjes. Larven van het lieveheersbeestje zijn echte roofdieren,
hun prooi is soms groter dan ze zelf zijn. Ze groeien doordat hun
huid als een harmonica uit kan zetten bij de plooien tussen de
segmenten. Daardoor veranderen ze ook van kleur als meer van de huid
die tussen de plooien verstopt zat, zichtbaar wordt. Maar na enige
tijd past de huid (skelet) niet meer en gaat de larve vervellen. De
periode tussen twee vervellingen wordt ‘instar’ genoemd. Vooral
in de laatste (vierde) levensfase als larve zijn de
lieveheersbeestjes in spé geduchte bladluisbestrijders, dopluis-,
bladhaan- of schimmel- of planteneters.
Wanneer de larve
volgroeid is, dan zoekt hij een plaats om te gaan vervellen tot pop.
Als hij een goede plaats gevonden heeft, kromt hij zich, waardoor hij
plots korter en dikker lijkt, beweegt nauwelijks nog, en neemt geen
voedsel meer tot zich. Op dat moment is hij erg kwetsbaar, zowel voor
sluipvliegen als voor soortgenoten en andere predatoren. Wild op en
neer bewegen is nog zijn enige afweer, met het ‘reflexbloeden’.
Bij het reflexbloeden vloeit er ‘bloed’ uit de kniegewrichten, de
afweerstoffen in het bloed zijn meestal giftig, bijtend en
onwelriekend.
De laatste larvehuid barst open, en de pop wordt zichtbaar. Bij
sommige soorten blijft de huid nog om de 'voet' van de larve zitten.
De resten van de huid hebben nog de borstels en aan de vorm daarvan
is soms de soort nog te herkennen. Binnen in de pop vormt zich de
kever, compleet met dekschilden en vleugels. Net als de prepop kan de
pop zich alleen nog bewegen door zich op te richten. Ook poppen zijn
kwetsbaar voor predatoren weersinvloeden. Na ongeveer een week, maar
per soort verschillend en afhankelijk van de temperatuur, komt het
lieveheersbeestje uit de pop. De dekschilden zijn nog helemaal bleek,
maar al vrij snel komt het kevertje op kleur en verschijnen ook de
stippen. Als het weer erg slecht is tijdens het uitsluipen, is de
kans dat de schilden er vervormd en beschadigd uitzien erg groot.
Op de foto links een
bijna volgroeide larve. In het midden een larve die op het punt staat
om te gaan verpoppen. De larve zet zich met zijn uiteinde (de ‘voet’)
vast. Dit is het begin van de prepopfase. Ondanks dat ik de larve
voorzichtig fotografeerde voelde hij zich ongetwijfeld bedreigd en
ging rechtop staan. Bij de pop (rechts) is de laatste larvehuid ‘als
een afgezakte broek’ duidelijk te zien.
Info: www.stippen.nl
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Als fotograaf en bioloog maakt Luit de prachtigste fauna-foto's en geeft hij van de diertjes de meest deskundige analyses en beschrijvingen; daar valt werkelijk niets op aan te merken
BeantwoordenVerwijderenIk vraag mij echter af of het voor de gemiddelde lezer journalistiek wat spannender en wat meer tot de verbeelding van alledag kan worden gemaakt waardoor je als het ware niet kunt wachten tot de volgende aflevering. Het kan dan bijv zoals bij deze editie over lieveheersbeestjes, gaan over het praktisch nut van lieveheersbeestjes in je tuin, hoe je ze kunt lokken, waar de naam vandaan komt, wat hun mythische betekenis is, waardoor ze bij kinderen zo tot de verbeelding spreken,enz enz. De lezer zal zich m.i. op zo'n manier meer betrokken voelen bij (bescherming van) de natuur en kan er dus een geweldig pedagogisch effect van deze natuurcolumn uitgaan. 't Is maar een ideetje.
Beste "Anoniem",
BeantwoordenVerwijderenMijn wekelijkse bijdrage is geen vervolgverhaal. Uit wat ik wekelijks op tuinen tegenkom kies ik een onderwerp waarbij ik dan relevante informatie zoek. En misschien is het goed om nogmaals te vermelden dat ik geen bioloog ben, ik ben 'slechts' een natuurliefhebber en hobbyfotograaf.
Groetjes,
Luit
Soms moet je concessies willen doen (of niet) Luit, om een nòg groter publiek te bereiken. Nou ja, je hebt op de inhoud je complimenten al gehad natuurlijk wanneer mensen je voor zowel fotograaf als bioloog houden. :-) :-)
BeantwoordenVerwijderen