zondag 23 oktober 2016

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (296)


Al een paar keer had ik het labyrint op de Kinderwerktuin overgeslagen. Daarom speurde ik dit keer maar weer eens naar mogelijke onderwerpen voor mijn wekelijkse bijdrage aan Beijumnieuws in dit bijzonder interessante deel van de tuin. 

Ik zag er o.a. de mooi zwart-rood getekende kaneelwants en op een vlinderstruik zat een tiental dagpauwogen, een atalanta en ook nog een distelvlinder. Op het houtwerk van het labyrint ontdekte ik een tweetal tweetandschildwantsen en even later nog een tweetal. Deze soort kom ik zo af en toe eens tegen, en nu vier (bijna) tegelijk? Of waren het toch de zelfde wantsen? Ik fotografeerde ze alle ‘vier’ en toen ik thuis de foto’s op het computerscherm bekeek, bleek het toch om vier verschillende wantsen te gaan. Bij een van de wantsen waren de vleugels enigszins beschadigd, bij een andere wants was het topje van een antenne zwart gekleurd, nummer drie mistte een groot deel van een antenne en nummer vier was zo te zien onbeschadigd.

Wantsen zijn geen kevers; ze hebben geen kaken maar zuigsnuiten (foto links). Ook kennen ze geen volledige gedaanteverwisseling zoals kevers (eitje, larve, pop, volwassen imago), maar een onvolledige. Uit een ei komt een jong insect (nimf) dat qua vorm sterk op de ouder lijkt. Bij iedere vervelling groeit de nimf en gaat meer op de ouder lijken. Pas na de laatste vervelling zijn ook de vleugels volgroeid en kan de wants vliegen. Een popstadium ontbreekt hier.

De tweetandschildwants is 10 tot 13 mm lang, en houdt van lage bosjes in vochtig terrein. Hij is donkerbruin en op zijn halsschild heeft hij twee rode stippen. De naam dankt de wants aan de twee puntige, bruine stekels op de zijkanten van het halsschild. Deze zijn nog niet ontwikkeld als ze nog een nimf zijn. De wants komt voor van juli tot oktober, overwintert als ei, soms als larve. Hij eet vooral larven van vlinders en kevers. De nimfen drinken soms ook sap van planten. De keuze van de prooi is afhankelijk van het seizoen en beschikbaarheid van voedsel.

Deze wantsensoort heeft twee opvallende kenmerken: het zeer puntige halsschild heeft hij gemeen met een aantal boomwantsen. Hij heeft doorns net boven de ellebogen aan de binnenkant van de voorste poten en hij heeft zaagtandstekels op de rand van zijn kopschild (tussen oog en ‘tand’). Andere schildwantsen hebben die niet.

Nog niet zo lang geleden werd deze wants tweedoornwants genoemd. Die naam dankte de wants niet aan het zeer puntige halsschild, maar aan de kleine doorns aan de binnenkant van de voorste poten.


Foto +, tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten