zondag 9 oktober 2016

FOTO'S UIT DE WIERSHOECK- EN SCHOOLTUIN (294)


De eerste dinsdag in oktober was een heel aangename. De zon scheen, het was droog en er was weinig bewolking. Er waren nog veel vlinders actief, vooral de dagpauwoog. Maar het aantal insecten wordt snel minder, zowel de diversiteit als de aantallen per soort. Daardoor was de ontdekking van deze opvallende sluipwesp des te leuker.

In Nederland komen (volgens een overzicht uit 2008) 24.454 soorten dieren voor, 17.920 daarvan zijn insecten en ongeveer een kwart van alle Nederlandse insectensoorten is sluipwesp. De grote vraag is natuurlijk “Welke sluipwesp heb ik gefotografeerd?” Gelukkig hebben we Google. De eerste sluipwesp die ik tegenkwam en er veel op lijkt was het mannetje van een lid van de familie van de gewone sluipwespen. 

Maar volgens de beschrijving hebben de vrouwtjes van de betreffende soort een vrij korte legbuis. En dat kan van ‘mijn’ sluipwesp niet worden gezegd. Na nog wat zoekwerk kwam ik bij een plaatje van de houtsluipwesp Rhyssa persuasoria en ik dacht: “Dat is haar.” Maar er zijn verschillende afbeeldingen onder deze naam, o.a. met en zonder witte vlekken op het achterlijf.
Het op naam brengen is daardoor erg lastig en daarom spreek ik ook nu weer liever van “dit zou kunnen zijn” in plaats van “dit is”.

Ook de houtsluipwesp Rhyssa persuasoria is een sluipwesp uit de familie van de gewone sluipwespen. Het vrouwtje heeft een legboor die langer is dan haar lijf. Daarmee kunnen de larven van houtwespen worden bereikt, die diep in dennenhout zitten. De kleine kop draagt lange antennen. De lange poten hebben een roodachtige kleur. De vrouwtjes zijn flink uit de kluiten gewassen. Deze soort meet tot 35 mm en behoort tot de grootste sluipwespsoorten. De houtsluipwesp zoekt de larven op van houtwespen die in naaldhout voorkomen. In het hout boort ze een gat, hetgeen wel een half uur kan duren. Bij het boren draait ze regelmatig om haar as.

Als het boren klaar is prikt ze de houtwesplarve aan en legt er een eitje in. Het eitje vloeit als een druppel door het nauwe legboorkanaal. De larve van de houtsluipwesp ontwikkelt zich volledig ten koste van de houtwesplarve. In veel gevallen wordt er ook nog een “gif” in het slachtoffer gespoten. De legboor wordt beschermd door de schede. Als het vrouwtje gaat boren wordt het achterlijf opgericht en de legboor wordt tussen haar poten door in het hout gebracht. De schede steekt daarbij recht naar achteren. Op een filmpje op Youtube is een eileggend vrouwtje van de houtsluipwesp te zien:

Info: o.a. Jetskefotografie.nl

Foto + tekst: Luit Staghouwer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten