woensdag 24 mei 2017

BEIJUMBORG (69)


Ook de maand mei nadert haar eind, en dat betekent dat de lente zo langzamerhand over gaat in de zomer. De familie Pimpelmees is uitgevlogen uit het nestkastje aan mijn achtermuur (ik hoop dat ze de likkebaardend toekijkende katten hebben overleefd), en de tuin staat ineens weer helemaal in bloei. Als het een beetje mee zit is de appeloogst dit jaar weer rijk: afgelopen jaar had ik welgeteld vier appels, maar dit jaar zitten er weer honderden vruchtbeginsels aan de boom. Een mooie periode, maar sinds vorig jaar voor mij ook een periode van nostalgie, van gedenken.

Men zegt wel eens dat de tijd sneller gaat naarmate je ouder wordt, en ik geloof daar echt in.  Is het al weer een jaar geleden dat ik op een maandagmorgen spontaan bij WIJ Beijum binnen liep, en ze om hulp vroeg in een zo langzamerhand onhoudbare situatie? Dat er binnen twee dagen twee mensen van WIJ hier thuis zaten, voor een zogenaamd ‘keukentafelgesprek’? En dat die WIJ-mensen zich afvroegen hoe we het tot dan toe gered hadden, met een doodzieke partner in huis en geen enkele ondersteuning? Het vreemde is dat ik daar zelf niet eens over nagedacht had: iemand is ziek, je weet dat het einde onontkoombaar nadert, maar ja: we moeten wel door, nietwaar? 

Binnen een week was er een traplift, een rolstoel, een tweetal rollators, een ziekenhuisbed in de woonkamer. Lift en rollators voor eigen rekening, maar toch: de WIJ-mensen hadden me bewust gemaakt van de ernst van de situatie en vooral waardevolle tips gegeven over wat me te doen stond. Dat schept een kader, zogezegd. 

Mijn partner kon vanuit haar ziekbed nog even genieten van de natuur, die zich ook vorig jaar in deze tijd van haar uitbundigste kant liet zien, en mijn dochters en ik hadden een stuk minder kopzorg dankzij het inschakelen van TSN-thuiszorg. De heldinnen van deze organisatie verdienen alsnog allemaal een standbeeld, want met eindeloos geduld en enorme inzet hebben ze datgene mogelijk gemaakt wat mijn vrouw graag wilde, namelijk: thuis het einde van haar leven halen. 

Als –zoals nu – die tuin weer in volle bloei staat kan ik op die periode met nostalgie, maar vooral ook met dankbaarheid terug kijken. Binnenkort herdenken we dat ze er al een jaar niet meer is, maar we vieren ook dat we dat met ons allen en met steun van derden voor elkaar hebben gekregen: haar een levenseinde thuis bereiden. Rouw? Ja. Verdriet? Ja. Maar ook trots. En dankbaarheid. 

Han Borg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten