zaterdag 16 september 2017

GELD EN POLITIEK DRIJVEN OORLOGSMUSEUM UIT GRONINGEN (Ulgersmaweg)



Het oorlogsmuseum aan de Ulgersmaweg gaat komende maand oktober noodgedwongen verhuizen naar de plaats Grootegast. Oprichter Heiko Ates beheert het grote pand sinds 2010. Er hoefde nooit geen huur te worden betaald. Maar vanaf volgend jaar zou er meer dan een halve ton per jaar moeten worden opgehoest. Terwijl het een monument is in de stad waar (voor ouderen maar zeker ook voor de jeugd) de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog levendig in beeld worden/werden gebracht.

Enkele jaren geleden maakte de Beijumblogger er al een keer een video, zie You-Tube
Het stadsbestuur van Groningen laat in deze het geld prevaleren boven de educatieve functie richting bijvoorbeeld de jongeren die het museum bezoeken.

De fracties van de Stadspartij, CDA, CU en VVD pleiten nog in juni voor het behoud van het Museum Canadian Allied Forces. In een brief aan het college van B&W schreven zij: Dit alles is in onze opinie vanuit educatief oogpunt onbetaalbaar. De meerwaarde van een bezoek aan het CAFM is dat leerlingen in het museum de geschiedenis min of meer kunnen aanraken, iets wat tijdens de reguliere lessen niet mogelijk is vanwege het gebrek aan objecten op school.

Vanmiddag trof de Beijumblogger een canadees echtpaar met zoon in het museum aan de Ulgersmaweg. Zie video.
De hele noordkant van de Grote Markt van Groningen is aan het einde van WO2 verwoest. 

 Het gemeentebestuur van Groningen kiest in 2017 voor een slordige 60.000 pandhuur (is nog maar afwachten, boekhouders...) boven het aanraakbaar en levendig houden van deze verschrikkelijke oorlog. 
(Thanks, Canadian family! Watch the video)

Zie de video beneden.




2 opmerkingen:

  1. Goedendag, Het is schandalig dat de Provincie Groningen c.q. de politiek niet in staat is om dit unieke oorlogsmonument op deze plek en in deze stad te behouden!

    Jan Niemeijer
    Hoogezand

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Liever kabelbaantje natuurlijk of Nu al verliesgevende forum. Incompetente bestuurders.

    BeantwoordenVerwijderen