woensdag 25 april 2018

BEIJUMBORG (111)



Een beetje vreemd is het allemaal wel. Vorige week donderdag zat ik in het zonnige Rome, en was er een speciale personeelslunch georganiseerd ter gelegenheid van mijn afscheid. Eén van de collega’s had een heerlijke lasagne klaargemaakt, salade en – toe maar! – een glas wijn erbij. Mooie woorden werden er gesproken, lieve cadeautjes werden er gegeven, kortom: een mooi afscheid van mijn baan daar bij het Koninklijk Nederlands Instituut. 

En gisteren heb ik met een vriend samen mijn werkkamer bij de universiteit opgeruimd en leeggehaald, en mijn persoonlijke spullen mee naar huis genomen. Vanaf nu tot 1 oktober is mijn huiskamer mijn werkplek, en kan ik gaan werken aan een fraaie afsluiting van mijn universitaire loopbaan. Eén van de klussen die ik bij de universiteit doe is het rondleiden van gasten en groepen in het Academiegebouw, en steeds valt het me op hoe weinig we eigenlijk weten over de kunstwerken die er in dat gebouw aanwezig zijn. Mijn bedoeling is om die kunstwerken nu eens goed te onderzoeken, ze goed te laten fotograferen en er stukjes over schrijven die uitleggen wat er nu eigenlijk te zien is. Die stukjes zouden dan in een boekje terecht moeten komen, dat een flink aantal jaren als gids voor dit prachtige gebouw kan dienen. 

En ondertussen geniet ik natuurlijk ook van de zon, van mijn kleinzoon, van de sterk afgenomen werkdruk. De tuin is in ruim één week tijd weer in een groene oase veranderd, en alleen dát al maakt me vrolijk. 

Op Koningsdag moet ik er wel vroeg uit trouwens, want als bestuurslid van het Groninger Klokkenluiders Gilde heet ik dan de leden van ons lokale Oranjecomité welkom aan de voet van de Martinitoren. Zij mogen die dag traditiegetrouw de klokken van d’olle Grieze in beweging zetten, voordat dit jaar Willem en Max de stad binnen komen zetten. En geloof me: ook een eenvudige klokkenluider als ik moest nog door een screening heen, omdat ik nu eenmaal even onder de toren moet zijn, waar ons koningspaar enkele uren later ook zal lopen als ze vanuit de kerk de Grote Markt op lopen.

 Nou was ik niet van plan om een aanslag te plegen, maar goed: men neemt het zekere voor het onzekere, nietwaar? Herinneren we ons ‘Apeldoorn’  nog? Een gruwelijk einde aan een feestelijke dag was dat. Laten we er voor zorgen dat wij, republikein zowel als monarchist, Groningen op zijn best laten zien. 

Een fijne Koningsdag gewenst!

Han Borg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten