BEIJUMBORG (172)

Al wekenlang loop ik met een telkens weer terugkerende verkoudheid rond. Holtes half dicht, half open. Stapels met papieren zakdoekjes verbruikend, hier en daar een neusspray (onschuldige én minder onschuldige), de slijmvliezen permanent opgezet. 

Er lijkt geen kruid tegen gewassen, ook al geven ‘deskundigen’ me allerlei adviezen. Een doorgesneden ui op je nachtkastje (jakkes!), stomen (“maar niet gelijk daarna de kou inlopen”, zei de dame van de apotheek), veel knoflook eten (niet echt fijn voor eventuele zoeners). 

Ik denk toch dat het vooral het seizoen is, en misschien ben ik in de loop van de jaren ook wel gevoeliger geworden voor pollen en ander vrij rondvliegend materiaal. Vervelend, maar op zich niet levensbedreigend. Hopelijk helpt het zonnetje in het zuiden van Frankrijk me: de ervaring leert dat ik in de zomer in de regel nooit verkouden ben, zeker niet als ik ergens op een zonnig Grieks eiland rondzwerf. 

Het is vooral lastig als je in vliegtuigen zit om je bestemming te bereiken. Verstopte holtes kunnen dan behoorlijk pijn doen. Dat was deze keer niet het geval: ik kon meerijden met iemand vanuit Eindhoven naar het dorpje waar ik deze weken doorbreng. Dat dorpje ligt trouwens in een uitstekend wijngebied: Côtes du Rhône wordt hier geproduceerd. Op 300 meter van mijn tijdelijke huis ligt de cave van het dorp Vinsobres, waar men voortreffelijke voorbeelden van deze wijnen kan proeven. Een min of meer letterlijke vertaling van de naam van dit dorpje luidt: ‘nuchtere wijn’. Enfin: u ziet dat hier een wat moeizame combinatie qua taal gemaakt is. 

Vanuit Vinsobres toer ik wat door de streek. Naar de markt in Vaison-la-Romaine (op dinsdag) of die in Nyons (op donderdag), wat wandelen vanaf een mooi punt en een museum hier en daar. In deze streek, waar de Romeinen zo’n 2000 jaar geleden al neerstreken, is erg veel aan archeologie te vinden. Het prachtige stadje Arles heeft een schitterend archeologisch museum, maar sinds ruim een jaar wedijvert dat museum in Arles met een gloednieuw archeologisch museum in Nîmes. 

Kortom: ik woon dus tijdelijk in twee ‘snoepwinkels’, te weten: een uitstekend wijngebied én een zeer leerzaam archeologisch gebied. Nu die verkouden neus nog…..het gaat gelukkig al veel beter. 

Han Borg