maandag 8 juni 2020

COLUMN UIT LEWENBORG (191)

Omgang met een chronische zieke

Hier even vijf dingen die je wel én niet tegen een chronisch zieke kan zeggen.

Een chronische ziekte zie je vaak niet aan de buitenkant. Ze hebben ook geen bordje op hun voorhoofd, waar het op geschreven staat. Ook lopen ze vaak niet met hun ziekte te koop. Ze praten er liever niet over, vaak worden ze toch niet goed begrepen.

Je hebt vast zelf wel iemand met een chronische ziekte in je familie, kennissen of vriendenkring. Het kan natuurlijk ook je buurvrouw of collega zijn. Ik bedoel dus eigenlijk, gewoon iemand die je kent met een chronische ziekte.

Hoe ga je daar mee om? Dat is niet altijd even gemakkelijk, want wat kun je nu wel of niet zeggen tegen een chronische zieke? Je wilt zo iemand natuurlijk ook niet voor het hoofd stoten.

Ik heb de vijf meest belangrijke dingen voor je op een rijtje gezet.

Te beginnen met de vijf dingen die je beter niet kunt zeggen tegen een chronisch zieke:

  1. Heb je er al eens aan gedacht een andere therapie te proberen? Hier hebben ze niets aan, want vaak hebben ze al hemel en aarde bewogen om het beste van het beste voor elkaar te krijgen. Zelfs vaak alle alternatieve behandelingen al geprobeerd en tot in de treure allerlei medicijnen uitgetest.

  1. Wat zie je er goed uit! Vaak heeft het ze al heel veel energie en moeite gekost, om er zo ‘goed’ uit te zien. Daar kun je niet over oordelen. Beter kun je gewoon zeggen: Je ziet er goed uit vandaag, maar hoe voel je je vandaag? Je hoeft er toch niet altijd beroerd uit te zien, ook al voel je je wel zo…

  1. Ik zou willen dat ik de hele dag lekker thuis kon blijven. Je mag wel een dagje ruilen hoor. Het zou je snel de neusgaten uit komen, de hele dag thuis zijn. Dat je wel van alles wilt, maar dat je het niet kan.

  1. Wel blijven vechten hé. Niet opgeven hoor! Nee, dat doen ze niet, opgeven komt niet in hun woordenboek voor. Ze gaan door en door. Alleen hebben ze daar wel al hun krachten bij nodig, elke dag opnieuw en opnieuw.

  1. Ik moet vaak even aan je denken. Laat je dat ook merken dan? Ze kunnen dat niet ruiken, als een ander aan hun denkt. Aan zo’n zin hebben ze dan ook niets, doe eens iets tastbaars ofzo.

Wat je wel tegen een chronisch zieke zou kunnen zeggen zijn de volgende vijf dingen:

  1. Ik waardeer het dat je ondanks alles altijd nog alles zelf wil doen, maar weet dat ik je graag help. Morgen kom ik voor je koken, of morgen doe ik de boodschappen voor je.

  1. Komende week kom ik je even helpen met de zware huishoudelijke klusjes, dan kan jij even ontspannen.

  1. Ik kan altijd naar je luisteren als je je ei even kwijt moet. Ik weet dan wel niet zo goed wat ik moet zeggen, maar een schouder heb ik wel voor je en zakdoekjes heb ik ook genoeg op voorraad.

  1. Je moet zo iemand ook gewoon uitnodigen voor feestjes en dan er wel bij zeggen dat je er alle begrip voor hebt wanneer hij/zij het af laat weten. Je weet immers nooit of ze toevallig een goede dag hebben of niet. Het geeft hem/haar dan toch een gevoel van ‘ik word niet vergeten’

  1. Je bent altijd zo lekker positief. Daar kan ik zelfs nog wel wat van leren. Hoe doe je dat toch? Dat zullen ze je dan graag uitleggen.

Note:

Inspiratie gehaald uit het tijdschrift Libelle. Ik voelde mij geroepen om hier iets mee te doen, zodat meer mensen dit kunnen lezen. Uiteraard in mijn eigen bewoording!

Ook ik ben chronisch ziek en toch zie je dat niet aan mij, het staat ook niet op mijn voorhoofd geschreven. Helaas is het wel de werkelijkheid. Ik vind het nog altijd lastig om uit te leggen aan bijvoorbeeld mensen die ik pas heb leren kennen. Ik wil gewoon net als ieder ander mens behandeld worden, maar aan de andere kant ook het begrip krijgen wanneer ik wéér eens een afspraak moet af zeggen.

Je kunt je niet voorstellen… wat je je niet kan voorstellen…

Om iedere chronische zieke een hart onder de riem te steken:

Er is altijd wel een lichtpuntje te vinden.

2020©Vlindertje73

Geen opmerkingen:

Een reactie posten