maandag 15 juni 2020

COLUMN UIT LEWENBORG (192)


Tuinieren en katten.

Laten we beginnen met dat tuinieren niet echt mijn hobby is. 

Vroeger hadden we een enorme tuin, bijna zo groot als een voetbalveld. Mijn moeder hield wel van tuinieren en pootte daar allerlei groenten, aardappelen en dergelijke in. Op een dag moesten mijn vader en ik noodgedwongen schoffelen, we wisten niet echt het verschil tussen onkruid en een klein opgroeiend plantje… 

Zo schoffelden we alles om, tot grote woede van mijn mams die weer opnieuw kon beginnen met poten. Vanaf die dag mochten we niet meer helpen en dat vond ik niet erg. Wat wel erg was, waren weken later al die bonen die aan een draad geregen moesten worden. Man, wat een pokkenwerk. Echter smaakten ze heerlijk die gele dingen toen ze maanden later op mijn bord lagen met een heerlijk stuk buikspek. De boel plukken moest ook gebeuren, daar had ik hulp van de hond bij. Die ging op zijn rug onder de fruitbomen liggen en plukte daar zijn eigen fruit vanaf.

 Nou goed, nu heb ik zelf ook een tuin die gelukkig onderhoudsvrij is. Met wat potten en hangbaskets oogt het gezellig. Wel regelmatig de bladeren vegen van het terras achter en voor, aangezien ik onder de bomen woon. Heerlijk in heetst van de zomer, want mijn huis is erg koel. Dat mag wel wat minder, want op het moment van dit schrijven vallen de kraaien nog net niet van de hitte uit de bomen en ik zit binnen met een vest aan.

Een goede vriend van mij heeft ook een enorme tuin, niet zo heel breed, maar vooral erg lang. Het is fijn vertoeven daar en samen hebben we heel wat groenten en aardappels gepoot, nadat we eerst alles hadden omgespit. Het schoffelen mag ik pas doen, nadat de plantjes als echte plantjes zichtbaar zijn, nadat hij van het bovenstaande stuk hoorde.

Het spitten had ook nogal wat voeten in aarde. Door de hele tuin zat winde, het ergste onkruid wat je maar kan bedenken. Als je eenmaal winde in je tuin hebt, kom je er nooit weer vanaf. Na elke schep in de grond, bukken en winde eruit trekken. Vast dat het zit, niet normaal. Dus dacht ik slim te zijn en eerst drie lange banen om te spitten dan op mijn knieën er door kruipen om die winde weg te trekken. Dat ging op zich wat sneller, alleen wonen er ook veel katten in de buurt. En katten die buiten komen schijten nu eenmaal waar ze dat willen en uiteraard het liefst in modder, zodat ze het goed kunnen bedekken. Je raad het al, met mijn knieën en handen in de kattenstront. Jakkie bah!
Het scheelt dat ik gek met katten ben, maar vies was het echt wel. Die vriend van mij had even later zijn handen vol stront en vloekte het hele abc…


‘Waarom bestaat er eigenlijk geen kattenbelasting?’ vroeg hij mij, toen we die avond gezellig bij de warme vuurkorf zaten. ‘Ja,’ zei ik; ‘dat weet ik ook niet. Het is ergens ook niet eerlijk, want voor een hond betaal je wel hondenbelasting en je moet zijn stront ook nog opruimen en verplicht poepzakjes bij je hebben, anders loop je de kans om een bekeuring te krijgen.’
Kattenstront is ergernis nummer 1 van huis, tuin en keuken tuinierders blijkbaar.

Gelukkig komt mijn kat niet buiten de tuin en schijt hij netjes op de kattenbak.

2020©Vlindertje73

Geen opmerkingen:

Een reactie posten