woensdag 2 december 2020

BEIJUMBORG (176)

 Nog een week of drie woon ik in Beijum, en daarna zoek ik het elders én hogerop

(deel 4 van een melancholieke serie). Deze keer: stress!

 

We waren de vorige keer gebleven bij de verhuizing naar de Jensemaheerd, zomer 1994. In het huis moest nogal wat verbouwd worden, maar onze aannemer ging voortvarend te werk, en het leek allemaal goed te komen. En dan gebeurt er opeens iets waar je geen rekening mee houdt. Eén van onze dochters keerde op een middag terug van een zwempartijtje in de toen net geopende Kardingerplas, en voelde zich die avond niet echt lekker. Misschien heeft ze wat water binnengekregen, zo dachten we. Daar kun je vast wel misselijk van worden. 


De dag daarop (een zaterdag) voelde ze zich echt ziek: hoofdpijn, misselijk, overal rode pukkeltjes. Eczeem? Een parasiet in het water? Een opgeroepen weekendarts dacht aan de ‘7eziekte’, één van die mysterieuze kinderziektes waarvan niemand weet wat het nou echt inhoudt. En zondag werd ze er niet beter op: nog veel zieker, koorts erbij. Ik vertrouwde het niet en opnieuw riepen we de hulp van een dokter in. Ook die zag er niks ernstigs in: “kinderen kunnen ineens heel ziek zijn, en zich ook zo weer beter voelen”, zo zei hij.

Op maandagmorgen belde ik onze eigen huisarts met het verzoek om met spoed te komen. Een half uurtje later stond ‘ie aan haar bed en stuurde ons met ons kind naar het ziekenhuis. Hersenvliesontsteking. 

 

Een paar dagen leefden we tussen hoop en vrees, maar langzaamaan begonnen de antibiotica te werken en herstelde ze weer. Eén van ons was permanent in het ziekenhuis, de ander probeerde de verbouwing zo goed mogelijk te begeleiden, en ook alvast dozen in te pakken voor de verhuizing. Een Zeeuwse neef kwam over om onze nieuwe woning te schilderen. We hadden de huur van de woning aan de Bottemaheerd per 1 aug opgezegd, dus er moest eenvoudigweg verhuisd worden, ziek kind of niet. En zo geschiedde. 

 

Nadat de dochter uit het ziekenhuis werd ontslagen konden we onszelf geheel richten op de verhuizing, die plaatsvond op de allerheetste dag van 1994. En vlak daarna grepen we alle kampeerspullen bij elkaar om toch nog even een weekje in Frankrijk te kunnen bijkomen van alle emoties….wat een zomer! 


Han Borg


(Zie ook deel 12  en 3 uit deze zesluik)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten