Wat is het heerlijk, zo’n winterse periode. Ik ben in dit opzicht een man van extremen: winterkou en zomerhitte vind ik allebei fantastisch. Als ik in de zomer bij mijn zusje in Frankrijk op bezoek ben kan het daar gemakkelijk 35C worden, en ook de 40C hebben we al eens (ruim) overschreden. Daar kan ik in het algemeen heel goed ‘over’, zoals de Groninger dan pleegt te zeggen. Tussen 12 en 16u even niks doen, behalve in de schaduw lunchen en een middagslaapje, en dan begint het leven weer.
Maar de winter, de winter …. tot nu toe een natte bedoening, nauwelijks vorst, eigenlijk geen echte winter. Totdat een paar dagen geleden de zaken veranderden, en we zondag op een heuse sneeuwjacht werden getrakteerd. IJskoude wind, stuifsneeuw, geen mens op straat. Ik keek er van 13-hoog op neer en bedacht me dat het allemaal best meeviel, vergeleken met de winters van 1979 en - ja, lieve lezers: ik ben al wat ouder – die van 1963.
In dat laatste jaar was ik ruim 6 jaar jong, en ik herinner me nog goed hoe in mijn geboorteplaats Enschede de straat waar ik aan woonde volkomen onbegaanbaar was geworden. Nou was dat een doorgaande weg door een drukke woonwijk, dus goede raad was duur. De gemeente Enschede had niet – zoals de gemeente Groningen en Rijkswaterstaat nu – de beschikking over de middelen om de weg weer begaanbaar te maken, dus togen de mannen uit de straat (inclusief mijn vader) met de sneeuwschep aan het werk, en werd de G.J. van Heekstraat weer een weg waar auto’s en fietsers gewoon overheen konden rijden, tussen de enorme sneeuwhopen door.
Code oranje, code rood? Daarvan hadden we nog nooit gehoord. Het was gewoon ijskoud, en op de zolder waar ik sliep werd ik ’s morgens wakker met een deken vol ijs en ijsbloemen op het ruitje boven me. Mijn moeder had me een soort van warme slaapmuts gegeven, en die was nodig ook! Het zag er niet uit (er zijn foto’s van…) maar effectief was het wel.
Nou ben ik nooit een koukleum geweest, en heb ik het dus niet snel koud, maar dezer dagen is het even afzien. Want in mijn nieuwe appartement is de CV-ketel enkele jaren geleden verwijderd vanwege een defect. De toenmalige bewoners woonden het grootste deel van het jaar in Spanje, en hadden daar dus geen hinder van. En overdag kan ik het ook nog best uithouden, omdat de zgn. warmte-terugwin-installatie én de verwarming van mijn beneden-, boven- en nevenburen voldoende energie leveren om het in mijn woonkamer een graad of 18 te houden. Maar ’s avonds doe ik toch maar een extra elektrische verwarmingsplaat aan.
Wél zo comfortabel, en om de energielasten hoef ik het niet te laten: die lijken nog steeds op ongeveer 1/3 van mijn Beijumse woning uit te komen. Kleiner wonen én in een appartement: het heeft zo zijn voordelen.
Han Borg
Ik lees altijd graag je columns, Han. Toch jammer dat je er binnenkort mee ophoudt, want ik zal je stukjes missen op deze website. Een hele aangename periode toegewenst op je nieuwe stekje.
BeantwoordenVerwijderen