vrijdag 24 december 2021

DE FINALE

“Kun je dan in ieder geval voor Kerst nog even iets van een column produceren?”, zo vroeg de Beijumblogger me aan het begin van dit jaar. Kerst? Dat duurde nog zo lang…Maar nu is het zo ver: Kerst is in zicht, Sinterklaas is alweer uit het land en naar het heerlijke Spanje vertrokken. Dus ja: belofte maakt schuld, en de lezer zal nog één keer een column van de Beijumborg moeten verdragen.

Ook al ben ik sinds 24 december 2020 uit Beijum vertrokken, een volger van het Beijumer nieuws blijf ik nog wel. En heel af en toe kom ik ook nog in de wijk zelf. Een bezoekje aan kapper Gerrie, schoenmaker Bert die mijn net iets te nauwe, nieuw gekochte schoenen een stukje oprekt, mijn oude buren verlies ik ook niet uit het oog en zelfs de huidige bewoners van mijn oude huis zagen me al een paar keer poolshoogte nemen. Het blijft vreemd om het huis, waarin ik sinds 1994 gewoond heb, in totaal veranderde staat te zien. De make-over is trouwens erg geslaagd: fantastisch gedaan, mensen! 

De Beijumblogger dacht dat ik het nog wel moeilijk zou krijgen, zo hoog boven de aarde. Op 13-hoog, om precies te zijn. Ik zou mijn tuin nog wel gaan missen, zo zei hij. En al dat mooie groen van Beijum dan? Nou: dat viel allemaal reuze mee. Het enige wat ik echt miste was het bescheiden kruidentuintje, waarmee ik mijn kookkunsten nog wat op kon leuken. En daarvoor heb ik nu een soort van trolley aangeschaft, met allemaal losse potjes kruiden. Het ene doet het beter dan het andere, maar dat schijnt altijd zo te zijn met kruiden-in-potjes uit de supermarkt. 

Het Beijumse groen wordt ruimschoots gecompenseerd door het uitzicht over de zeer groene Oranjewijk en het nog groenere Noorderplantsoen. Eén enorme tuin voor mijn ogen, met als extra blikvangers: de belangrijkste torens van de stad. Hoewel ik natuurlijk -net als iedere Stadjer- de Martinitoren liefheb, is de toren van de Der Aa-kerk mijn favoriet. En de Tasmantoren, de watertorens, de toren van de Jozefkerk (nu in de steigers), de toren van het Academiegebouw. De silo’s van de suikerfabriek, de gouden toren van het Groninger Museum…ik kon me geen mooier uitzicht wensen.

En wat dacht je van het weer? Je leeft in zo’n appartement zoveel dichter bij de hemel – alle weersoorten zie je al van verre aankomen. Alleen bij dichte mist is de wereld heel klein, maar dat komt gelukkig niet vaak voor. Helaas hadden we dit jaar ook maar weinig onweer: dat is namelijk pas écht spectaculair! Maar sneeuwbuien: geweldig! En natuurlijk de vroege voorjaars- en de late najaarszon, waarvan ik op mijn binnenbalkon-met-openslaande-ramen (ook wel ‘loggia’ genoemd) enorm heb genoten. Op je eigen bankje binnen, en dan lekker in de zon liggen…!

De lezers zien het: ik ben erg gelukkig op deze plek. En: het schrijven is gelukkig ook niet gestopt! Waar ik jullie jarenlang verveeld heb met soms triviale, soms boze en soms prettig leesbare gedachtenspinsels doe ik dat nu alweer een hele tijd in een schrijfgroep. We noemen ons de ‘autobioschrijfgroep’, waarbij we eens per zes weken bij elkaar komen en elkaar dan de verhalen voorlezen die we – met een duidelijke opdracht als basis – ieder voor en over onszelf geschreven hebben. Leuk om te doen, net als het schrijven van een column voor de Beijumblog dat trouwens is. 

Fijne Kerst allemaal, vanuit de hoge Paddepoelster hemel. Die hemel kan niet beter klinken dan in deze koraalfuga van Johann Sebastian Bach, gespeeld door de zeer krachtig overkomende organiste (let even op de bewegingen die ze met haar rug maakt!) Elske te Lindert. “Vom Himmel hoch, da komm ich her!”  

Han Borg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten