De reuzenbalsemien, beter bekend als springbalsemien, is een eenjarige plant die vooral groeit langs of in de buurt van water. Langs sloten, greppels en beken kan men hem aantreffen. Maar ook in cultuur als sierplant, en gemakkelijk verwilderend.
De plant wordt tot 2,5 m hoog en heeft opvallende 2 tot 5 cm grote bloemen, die van juli tot en met september bloeien met een lila, roze of lichtgele tot witte kleur. De bloemen staan met twee tot veertien bloemen in trossen in de oksels van de bovenste bladeren. De bloemen zorgen dat de plant niet gemakkelijk met andere planten kan worden verward. De plant heeft een duidelijke eigen geur, die niet door iedereen wordt gewaardeerd.
De verspreiding van de zaden vindt mechanisch plaats, wanneer de rijpe vrucht wordt aangeraakt, rollen de vijf delen hiervan zich op en schieten zo de zaden weg. Tegelijkertijd valt de vrucht van de plant af. Bestuiving vindt plaats door hommels.
De springbalsemien is afkomstig uit de Himalaya, vooral uit Tibet en ook uit India.
Vanaf 1915 is de plant in Europa als invasieve soort (exoot) gaan verwilderen, men treft hem nu door geheel West-Europa aan.
Ook op De Wiershoeck kom je de springbalsemien tegen en de plant wordt inderdaad vooral door hommels bezocht. De hommels moeten diep in de bloemen kruipen om bij de nectar te kunnen komen. Ze vliegen van bloem naar bloem en zorgen daardoor voor de bestuiving (bevruchting) van de planten.
Bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie
Foto + tekst: Luit Staghouwer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten