Gal op forsythia.
Regelmatig kom ik gallen tegen. Een gal is een woekering van een plant, ontstaan door een parasiet, meestal een insect (een galwesp, galmug, vlieg, luis of galmijt) die haar eieren in de plant legt. De gal, waarvan de vorm specifiek is voor een bepaalde parasiet, dient als behuizing en voedsel voor de larve. Sommige gallen vallen duidelijk op, zoals de kogelronde eikengal die een doorsnede van ongeveer drie centimeter kan bereiken. Maar er zijn ook gallen die je gemakkelijk over het hoofd ziet.
Eikengallen worden veroorzaakt door 3 tot 4 mm grote, bruine tot zwarte eikengalwesp (Cynips quercusfolii). De gallen zijn eerst groen van kleur, later worden ze deels rood. In het binnenste van de gal ontwikkelt zich een larve in een rond kamertje. In de herfst vallen de galappels met het loof op de grond. De larven verpoppen in het kamertje. Tussen november en februari bijten de uit de pop gekropen wespjes zich door de dikke galwand heen naar buiten. Deze wintergeneratie bestaat uitsluitend uit vrouwtjes, die zich parthenogenetisch (= maagdelijk) voortplanten en hun eitjes in de knoppen van eiken leggen. In de knoppen ontstaan kleine, onopvallende knopgallen, waaruit in mei en juni nieuwe wespjes komen, zowel mannetjes als vrouwtjes, de zogenaamde seksuele generatie. De voorjaarswespjes zijn veel kleiner dan de aseksuele wintergeneratie. De voorjaarswespen leggen na de paring de eitjes aan de onderkant van de eikenbladeren in en langs de bladnerven. Hieruit ontstaan weer de bekende galappels.
Talloze soorten insecten zijn in staat om het ontstaan van een gal op een plant te veroorzaken; daarnaast zijn er ook veel insecten die specifiek op de in de gal groeiende larven parasiteren door hun ei in de larve binnen in de gal te leggen. Het insect dat uit het gal komt, is dus niet per se de veroorzaker van dat gal.
Deze gal op de forsythia is veel minder interessant. Hij is niet door een insect veroorzaakt, maar door een bacterie. Het verschijnsel wordt de forsythiatakwrattenziekte genoemd. De ziekte veroorzaakt knobbelachtige tot wratachtige gezwellen op de takken van de forsythia. De knobbels zijn aanvankelijk glad en worden in een later stadium ruw, wratachtig en gespleten. De kleur is lichtbruin tot zwart. Takwrattenziekte komt vriGal op forsythia.
Regelmatig kom ik gallen tegen. Een gal is een woekering van een plant, ontstaan door een parasiet, meestal een insect (een galwesp, galmug, vlieg, luis of galmijt) die haar eieren in de plant legt. De gal, waarvan de vorm specifiek is voor een bepaalde parasiet, dient als behuizing en voedsel voor de larve. Sommige gallen vallen duidelijk op, zoals de kogelronde eikengal die een doorsnede van ongeveer drie centimeter kan bereiken. Maar er zijn ook gallen die je gemakkelijk over het hoofd ziet.
Eikengallen worden veroorzaakt door 3 tot 4 mm grote, bruine tot zwarte eikengalwesp (Cynips quercusfolii). De gallen zijn eerst groen van kleur, later worden ze deels rood. In het binnenste van de gal ontwikkelt zich een larve in een rond kamertje. In de herfst vallen de galappels met het loof op de grond. De larven verpoppen in het kamertje. Tussen november en februari bijten de uit de pop gekropen wespjes zich door de dikke galwand heen naar buiten. Deze wintergeneratie bestaat uitsluitend uit vrouwtjes, die zich parthenogenetisch (= maagdelijk) voortplanten en hun eitjes in de knoppen van eiken leggen. In de knoppen ontstaan kleine, onopvallende knopgallen, waaruit in mei en juni nieuwe wespjes komen, zowel mannetjes als vrouwtjes, de zogenaamde seksuele generatie. De voorjaarswespjes zijn veel kleiner dan de aseksuele wintergeneratie. De voorjaarswespen leggen na de paring de eitjes aan de onderkant van de eikenbladeren in en langs de bladnerven. Hieruit ontstaan weer de bekende galappels.
Talloze soorten insecten zijn in staat om het ontstaan van een gal op een plant te veroorzaken; daarnaast zijn er ook veel insecten die specifiek op de in de gal groeiende larven parasiteren door hun ei in de larve binnen in de gal te leggen. Het insect dat uit het gal komt, is dus niet per se de veroorzaker van dat gal.
Deze gal op de forsythia is veel minder interessant. Hij is niet door een insect veroorzaakt, maar door een bacterie. Het verschijnsel wordt de forsythiatakwrattenziekte genoemd. De ziekte veroorzaakt knobbelachtige tot wratachtige gezwellen op de takken van de forsythia. De knobbels zijn aanvankelijk glad en worden in een later stadium ruw, wratachtig en gespleten. De kleur is lichtbruin tot zwart. Takwrattenziekte komt vrij algemeen voor bij forsythia maar heeft geen negatieve invloed op de groei en bloei van de stengels.
(Info: Wikipedia en soortenbank.nl)
j algemeen voor bij forsythia maar heeft geen negatieve invloed op de groei en bloei van de stengels.
(Info: Wikipedia en soortenbank.nl)
Foto + tekst: Luit Staghouwer