woensdag 13 maart 2019

d' OLLE GRIEZE LEEFT AL LANG, HOERA, HOERA (2)



Trots en fier zie je hem al staan van verre. Er zijn mensen die hem nooit uit het zicht willen verliezen. De komende weken besteedt Han Borg zijn columnistenplek aan de jarige Olle Grieze. 

Sinds wanneer spreken spreken we eigenlijk van de Martinitoren, de toren van Martinus (dat is de tweede naamval in het Latijn, de zgn. genitivus)? Frans Westra, historicus en ook een groot liefhebber van onze trotse toren, schreef er een prachtig boek over. Dat boek is alweer tien jaar geleden uitgekomen, maar nog steeds verkrijgbaar. Het heet eenvoudig “Martinitoren”, en is uitvoerig gedocumenteerd. Maar als je meer wilt weten over de kerk én de toren, dan kun je ook heel goed terecht bij het boek van een andere historicus uit de stad, Egbert van der Werff. Die schreef in 2003 het boek “Martini: Kerk en Toren”. Ook dit boek is nog verkrijgbaar: beide boeken zijn zeer interessant en heel goed leesbaar.

Om terug te komen op de vraag wanneer we voor het eerst van Martinitoren spreken, en niet meer van – bijvoorbeeld – de ‘toeren to Sunte Merten’ of ‘Sinte Martens toren’: dat was –volgens Westra, die dat allemaal heeft uitgezocht- in 1642, dus vlak voor het einde van de Tachtigjarige Oorlog. En hoe zag die Martinitoren er dan uit, in die periode waarin we allemaal naar vrede snakten?

Wel: oorspronkelijk was de toren hoger dan de 97 meter van nu. Sommigen zeggen dat hij wel 127 meter hoog kan zijn geweest, maar dit lijkt toch wel onwaarschijnlijk. De bisschop van Utrecht, waar Groningen toen onder viel, zou hiervoor nooit toestemming hebben gegeven, want die wilde natuurlijk dat zijn eigen domtoren (112 meter) de hoogste van het land, of tenminste van zijn bisdom moest zijn.
En zo’n toren bouw je natuurlijk ook niet in een jaar….door allerlei oorzaken deden we daar in Groningen bijna honderd jaar over, maar toen hadden we ook wat! Eén van de problemen waar de torenbouwers tegenaan liepen was het moeizame vervoer van het bouwmateriaal: de Bentheimer zandsteen werd eerst via Zwolle, en later via een onwillige stad Emden naar Groningen vervoerd. 

Regelmatig moest het door katholieken gedomineerde gemeentebestuur van Groningen bij de door protestanten gedomineerde autoriteiten in Emden bedelen om het daar opgeslagen zandsteen alsnog naar Stad te laten vervoeren.

(Zie ook deel 1)

Han Borg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten