woensdag 20 maart 2019

d' OLLE GRIEZE LEEFT AL LANG, HOERA, HOERA (3)


Trots en fier zie je hem al staan van verre. Er zijn mensen die hem nooit uit het zicht willen verliezen. De komende weken besteedt Han Borg zijn columnistenplek aan de jarige Olle Grieze. 

Maar gelukkig: de toren kwam uiteindelijk af (waarschijnlijk in 1554), en kon van verre de reizigers uit alle windrichtingen als baken dienen. Waarschijnlijk was hij toen zo’n 102 meter hoog. Men reisde over water (Boterdiep, Reitdiep, Damsterdiep en Hunze), of over land (de Hondsrug) naar Stad, en zag dan die enorme toren: het gaf tenminste de zekerheid dat je uiteindelijk in Groningen aan zou komen.

Maar heel lang konden de Stadjers en de boeren- en buitenlui niet van deze hogere versie van de Martinitoren genieten: in 1577 vloog de bovenzijde in brand, omdat er op de bovenste transen tonnen met pek werden neergezet, waarin een vreugdevuur werd ontstoken. Wat bedoeld was als viering van het vertrek van Waalse troepen uit de stad werd tot een regelrechte ramp: het bovenste deel van de toren ging verloren, net als de klokken. Groningen zat letterlijk in zak en as.


Was de bouw van de toren nog mogelijk geweest omdat de stad juist in de 15e eeuw tot grote rijkdom was gekomen (vanwege allerlei handelsvoordelen en belastingheffingen op goederen, die door of via de stad werden verhandeld), tijdens de Tachtigjarige Oorlog was het juist beknibbelen geblazen. Bovendien werd er in de stad zelf ook een soort van stammenstrijd gevoerd: de katholieken hadden nog steeds de overhand (zowel de Martinikerk als de Der Aa-kerk waren katholieke kerken ten tijde van de torenbrand), maar de protestanten roerden zich ook en zouden uiteindelijk (in 1594) de regering van de stad overnemen, en de kerken plus de torens uit handen van de katholieken nemen. 

Han Borg

(Deel 1 en Deel 2)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten