Trots en fier zie je hem al staan van verre. Er zijn mensen die hem nooit uit het zicht willen verliezen. De komende weken besteedt Han Borg zijn columnistenplek aan de jarige Olle Grieze.
Sinds wanneer
spreken spreken we eigenlijk van de Martinitoren,
de toren van Martinus (dat is de tweede naamval in het Latijn, de
zgn. genitivus)? Frans Westra, historicus en ook een groot liefhebber
van onze trotse toren, schreef er een prachtig boek over. Dat boek is
alweer tien jaar geleden uitgekomen, maar nog steeds verkrijgbaar.
Het heet eenvoudig “Martinitoren”, en is uitvoerig
gedocumenteerd. Maar als je meer wilt weten over de kerk én de
toren, dan kun je ook heel goed terecht bij het boek van een andere
historicus uit de stad, Egbert van der Werff. Die schreef in 2003 het
boek “Martini: Kerk en Toren”. Ook dit boek is nog verkrijgbaar:
beide boeken zijn zeer interessant en heel goed leesbaar.
Om terug te komen op de vraag wanneer we voor het eerst van Martinitoren spreken, en niet meer van – bijvoorbeeld – de ‘toeren to Sunte Merten’ of ‘Sinte Martens toren’: dat was –volgens Westra, die dat allemaal heeft uitgezocht- in 1642, dus vlak voor het einde van de Tachtigjarige Oorlog. En hoe zag die Martinitoren er dan uit, in die periode waarin we allemaal naar vrede snakten?
Om terug te komen op de vraag wanneer we voor het eerst van Martinitoren spreken, en niet meer van – bijvoorbeeld – de ‘toeren to Sunte Merten’ of ‘Sinte Martens toren’: dat was –volgens Westra, die dat allemaal heeft uitgezocht- in 1642, dus vlak voor het einde van de Tachtigjarige Oorlog. En hoe zag die Martinitoren er dan uit, in die periode waarin we allemaal naar vrede snakten?
Wel:
oorspronkelijk was de toren hoger dan de 97 meter van nu. Sommigen
zeggen dat hij wel 127 meter hoog kan zijn geweest, maar dit lijkt
toch wel onwaarschijnlijk. De bisschop van Utrecht, waar Groningen
toen onder viel, zou hiervoor nooit toestemming hebben gegeven, want
die wilde natuurlijk dat zijn eigen domtoren (112 meter) de hoogste
van het land, of tenminste van zijn bisdom moest zijn.
En zo’n toren
bouw je natuurlijk ook niet in een jaar….door allerlei oorzaken
deden we daar in Groningen bijna honderd jaar over, maar toen hadden
we ook wat! Eén van de problemen waar de torenbouwers tegenaan
liepen was het moeizame vervoer van het bouwmateriaal: de Bentheimer
zandsteen werd eerst via Zwolle, en later via een onwillige stad
Emden naar Groningen vervoerd.
Regelmatig moest het door katholieken gedomineerde gemeentebestuur van Groningen bij de door protestanten gedomineerde autoriteiten in Emden bedelen om het daar opgeslagen zandsteen alsnog naar Stad te laten vervoeren.
(Zie ook deel 1)
Han Borg
Regelmatig moest het door katholieken gedomineerde gemeentebestuur van Groningen bij de door protestanten gedomineerde autoriteiten in Emden bedelen om het daar opgeslagen zandsteen alsnog naar Stad te laten vervoeren.
(Zie ook deel 1)
Han Borg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten