Veronica en Heermoes
De Heermoes heeft zich de afgelopen maanden volledig uit kunnen leven. Onze nieuwe ‘ouwe’ waaltjes zijn daarvan het slachtoffer geworden. Nauwelijks nog zichtbaar doen ze een dringend appèl op mij om de strijd aan te gaan met deze wildgroei aan kattenstaarten. Nu heb ik een hekel aan vechten en al helemaal wanneer dat tegen de natuur in is.
Veel natuur mag van ons haar gang gaan. Stokrozen, IJzerhard, Veronica, de Teunisbloem die haar bloemen zo prachtig als lantaarntjes opent in het donker, Valeriaan, Vergeet-me-nietjes en meer van al dat moois mag zich ‘alle perken te buiten gaan’. Ook wanneer dat tussen de kleurrijke waaltjes is. Juist daar zijn ze op hun mooist, ze verzachten het steen en vertellen het verhaal van de kracht van de natuur. Maar soms moet je kiezen. Dan is niets doen geen optie. De Heermoes moet het veld ruimen.
Leunend op mijn schoffel zie ik jullie elkaar enthousiast begroeten. Je ontmoet iemand in de Heerd, die je hier niet had verwacht. Net wanneer ik ten strijde wil trekken tegen de volgende vierkante meter overwoekerd terras, stop je met je fiets bij mij en begin je spontaan te vertellen over de ontmoeting hier net op straat. Vochtige ogen waarvoor je je verexcuseert. Zo ken je jezelf niet. ‘Ik kan niks meer hebben’, verzucht je. Anderhalf jaar geleden sloeg de schaduwkant van de natuur toe door je op je werk in het ziekenhuis Corona te bezorgen.
Leunend op je fiets stroom je leeg. Je lijf wil niet, je geest protesteert. Prikkels verdraag je niet, je kunt je aandacht er niet bij houden, bent vergeetachtig. ‘Alles’, zeg je, ‘echt alles is teveel’. Ik kan niet meer dan een kwartier actief zijn. ‘En weet je wat het ergste is?’ Ik ben zo bang dat ik niet meer aan de slag kom. Nog een half jaar en dan ben ik twee jaar ziek. Mijn werk als verpleegkundige is mijn leven’.
Je valt stil. Ogen keren naar binnen. De angst voor een lege, betekenisloze toekomst wil het overnemen. Tranen over wangen. En dan ben je er weer: ‘Ik heb nog ruim 6 maanden te gaan tot aan het eind van de ziektewet. Misschien komt er toch nog een beetje herstel’, zeg je hoopvol.
Wanneer je de straat uitfiets grijnst die vervloekte Heermoes me weer tegemoet, alsof het me sarrend uitdaagt om me soms stevig tegen uitwassen van de natuur te verzetten.
Corona maakt slachtoffers. Zeker ook onder mensen die met heel hun hebben en houwen voor anderen zorgen. Zullen we alles doen wat we kunnen en net zo lang blijven schoffelen als nodig om ruimte te maken voor de schoonheid en het herstel van de natuur? Dat betekent: vaccineren, testen, handen wassen, afstand waar nodig, ventileren (hulpverleners gebruiken dat woord ook om mensen de ruimte te geven om te vertellen) én knuffelen waar het kan!
Ik weet dat je anders heet, maar vandaag noem ik je Veronica, naar de stijlvolle hemelsblauw bloeiende plant die zich nooit laat verjagen. Veronica, Ereprijs, de ‘brengster van de zege’.
Groet'n Jan Wedema
5 opmerkingen:
W at bedoelt u hiermee? ik snap er niks van, hebt u covid?
Mooi geschreven!
Dag Carla, misschien wordt het zo wat duidelijker:
Ik werd op straat aangesproken door een verpleegkundige die ernstige Corona heeft gehad en na anderhalf jaar nog lang niet is hersteld.
In mijn column vergelijk ik dit nare virus met het onkruid in mijn tuin dat alles overwoekert wanneer we het z'n gang laten gaan.
Soms is het beter om in te grijpen! Dus schoffelen we om het onkruid te beteugelen.
Zo ook met Covid. Schoffelen is in dit geval vanzelfsprekend overdrachtelijk bedoeld en staat voor alles wat we kunnen doen om het in de hand te houden.
Snapt u wel dat niet iedereen uw hersenspinsels begrijpt.
Dat begrijp ik.
Een reactie posten