Dit is (g)een column
Aan het eind van een natte koude zomer schreef ik mijn eerste column voor Beijumnieuws. En vandaag, de dag na een warme, kouwe Kerst leest u alweer mijn laatste stukje op deze plek. De twijfel was er vanaf nr 1. Onzekerheid die ik deelde met Johan. Een ‘verplichte wekelijkse productie’ was nou niet direct waar mijn schrijvershart sneller van ging kloppen. Ergens in mij huist namelijk een irritant mannetje dat volop in het verzet gaat wanneer willen moeten wordt. ‘Niks moet’, roept dat kereltje dan. ‘Dat is wel een dingetje’ zei Johan toen. ‘Continuïteit is belangrijk bij een column’. Dat kon ik begrijpen. De lezers zijn nou eenmaal gewoontedieren en verwachten elke maandagavond 18.00 uur stipt een nieuw verhaal. Ik wil het gaan proberen.
‘Het is maandag man’, zegt de man tegen zijn man. Jan-Karel: ‘Je weet het hè, ik ben extra vroeg thuis en jij zorgt ervoor dat de stamppot mous om stipt 17.15 op tafel staat’. Hebben we de boel mooi aan de kant als om exact 18.00 uur Jan & Alleman op onze digitale deurmat ploft. ‘Komt goud’, zegt Jochem. Kopje kovvie d’r bie, stukje sukkeloa, perfect. Innig tevreden zingen beide kerels: ‘Wie döt mij wat, wie döt mij wat, wie döt mij wat vandage 'k zol haost zeggen, jao het mag wel zo’ (Skik)
Nu ik er nog eens goed over nadenk: moeten is eigenlijk helemaal niet zo’n probleem in mijn leven. D’r moet altijd van alles: (financieel) mijn broek ophouden, het huishouden, gordels om, helm op, stoppen voor rood, belasting betalen, normaal doen (huh, van wie moet dát dan…?), vaccineren. Ho es eem’, vaccineren is geen moeten hè… `Nou, voor mij wel hoor! (zie column Ubuntu).
Trouwens, over moeten gesproken: mevrouw Alleman moet nu van haar baas naast haar normale werk, alle tijd die er nog rest in de week, boosteren. Ook iets dat nu dus even moet. Al dat gemoet, daar is helemaal niks mis mee wat mij betreft. Enige zelfdiscipline en verantwoordelijkheid voor het grotere geheel helpt ons om het samen een beetje aangenaam te hebben op dit hele kleine stukje aarde. Nou ja samen…mijn kerstengel zingt nu dus bij de GGD de sterren van de hemel. ‘Oh dennenboom, oh dennenboom, wat zijn jouw naalden wonderschoon’.
Lekker rustig hiero rond de kerst dus. Geeft mij de tijd om nog eens stil te staan bij dat gedoe over ‘moeten’. Jan heeft, laten we zeggen voor een man met zijn verleden, nog best een redelijke relatie met alle regeltjes. En hij weet ook dat heel veel van die regeltjes ongeschreven zijn. Het zijn die vaak zeurderige stemmetjes in zijn hoofd die vinden dat er van alles moet. Hij hoort ze wel hoor, maar luistert er dus niet altijd naar. Da’s ook niet zo gek wanneer je uit een gereformeerd nest komt. Hij is nog steeds een beetje tegen de keer (of leer?) in. De kerkse God verdween uit zijn leven, maar veel van die regeltjes bleven als een soort relikwie uit een ver verleden bij hem inwonen.
Ongenode gasten waar ik niet altijd blij van word. Ik gedoog ze, want met ze vechten brengt me nog verder van huis. Het verdragen van die kleine ettertjes geeft een heleboel rust. Ik hoef nu niet meer de hele tijd op mijn eigen feestje aan de deur te staan om ze buiten te houden. Zo kan ik weer terug naar de gasten bij wie het goed toeven is. En ja, daar zitten die beterweters ook tussen. Ondertussen probeer ik zoveel mogelijk naar mijn waarden te leven en die zijn van een totaal andere orde dan die verdraaide normen. Normen nemen me de maat, waarden geven me richting.
Waar ging het dan mis met deze blauwe maandag columnist? Lang verhaal kort: de schrijver probeerde columnistje te spelen. Was hij niet, is hij niet, wordt hij niet. Een columnist produceert met een vaste interval korte stukjes, die dan weer op een bepaald moment ergens geplaatst worden. Daar kun je de klok op gelijk zetten. Handig, maar niet mijn kopje thee.
Ik schrijf graag. Verhalen die verteld willen worden. Soms zijn ze er zomaar. Door iets dat me treft, een gesprek, een ontmoeting, iets dat ik zie, voel, ruik, ervaar. Het is niet Jan die zo nodig moet schrijven. Het is het verhaal dat verteld wil worden. Soms is het er, soms ook niet. Soms wil het verhaal nu geschreven worden. En nog één en nog één en nog één. En dan is het weer een tijdje stil. Soms ligt een verhaal een tijdje te rijpen. Als een goede wijn, die wacht tot het op smaak is. Gedachten laten gaan, woorden die zich mogen vormen tot zinnen. Dat vraagt tijd, stilte, aandacht, rust en ruimte. 'K zol haost zeggen, jao het mag wel zo’.
Dank voor jullie aandacht. Ik wens iedereen licht, licht, licht en nog heel veel meer licht en in ieder opzicht een gezond 2022.
Hartelijke groet, Jan Wedema
3 opmerkingen:
Dit vind ik jammer. Wat een onnodige dwarsheid. Ga zitten en ram je column uit je toetsenbord. Je staat toch ook elke ochtend op? (Gea)
Oei Gea, opstaan is echt mijn favoriete bezigheid, elke ochtend weer(met letterlijk een kouwe douche...heeeerlijk, kan ik je aanbevelen).
Rammen op toetsenborden, da's nou niet echt waar ik mijn bed voor uit kom. Ook niet goed voor mijn toetsenbord trouwens.
Waar kom jij je bed voor uit?
Moi, Jan
Jammer, want ik vond het een interessante colomn.
Een reactie posten