woensdag 17 juni 2020

BEIJUMBORG (158)


Digitaal verhaal

De allereerste keer dat ik kennis maakte met een computer was in 1985: net afgestudeerd en werkloos bezocht ik de universiteitsbibliotheek, om toch nog een beetje mijn vak (de geschiedenis van de Oudheid) bij te blijven houden. 

Vakliteratuur vond je toen op verschillende manieren: er waren natuurlijk de zogenaamde Leidse boekjes (feitelijk de catalogus van de bibliotheek, in duizenden kleine boekjes op alfabet verzameld), er waren wat gespecialiseerde tijdschriften en boeken (o.a. het jaarlijks te verschijnen boekwerk ‘l’Année Philologique’) waarin je recente literatuur kon opsnorren en dat was het wel zo’n beetje. Een heidense klus, maar ja: je wist niet beter.

In dat gedenkwaardige jaar 1985 (nu dus 35 jaar geleden) zei meneer Scheepvaart – de man die de uitleen van de bibliotheek regelde en die bijna letterlijk alle studenten bij naam kende – tegen me dat ik ook wel eens mocht grasduinen in de ‘elektronische catalogus’, via een heus computerscherm. Tjonge: dat was wat! Al snel viel me op dat dit veel sneller ging dan dat eindeloze geblader in boekjes en tijdschriften, en had het computervirus me te pakken.
Mijn eerste baan bij de universiteit begon nog met een heuse typemachine: een elektrische, met de mogelijkheid om een hele regel zonder typex (een wit goedje, waarmee je een letter of zelfs een heel woord kon uitvlakken) te corrigeren, maar primitief bleef het, ook al ervoeren we dat helemaal niet zo.

En toen deed de eerste computer zijn intrede. En het eerste netwerk (alleen binnen de universiteit te gebruiken). En daarna ging het snel…de fax kwam (en ging weer…wie gebruikt er tegenwoordig nog een fax?). De jeugdiger lezer zal misschien vragen wat een fax was: nou, dat was een apparaat waarmee je documenten kon scannen en per telefoonlijn verzenden. In mijn vroege contacten met een Russische universiteit heb ik zelfs nog gebruik gemaakt van een telex – een soort van telegram-apparaat. 

Hoe anders gaat dat nu? Het World Wide Web is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven, we lezen fantastische artikelen en verhalen op ons mobieltje of ons tablet, kunnen vanaf ons strandje in Griekenland berichten sms’en naar de hele wereld (inclusief foto’s en video’s)…allemaal zaken waarvan we in 1985 nog niet eens droomden. 
De vraag is natuurlijk of we zo langzamerhand niet een beetje aan het doorschieten zijn. En ik moet eerlijk toegeven: er gaat heel wat van mijn tijd heen achter mijn laptop, iPad en iPhone. Aan een boek lezen of een krant, laat staan een weekblad kom ik nauwelijks meer toe. Sterker nog: één van de twee kranten die ik lees krijg ik alleen maar elektronisch binnen. 

En toch, en toch: wat zijn we verwend met deze mogelijkheden! Ik zou niet meer zonder de digitale snelweg kunnen. U wel? 

Han Borg

2 opmerkingen:

Henk Kamminga zei

Niet zozeer het zoeken van informatie op internet is het probleem, maar Social media is een tijdrovende bezigheid. Het werkt beslist verslaving in de hand, heb ik gemerkt. Vooral Twitter is eigenlijk een app die je onmiddellijk van de laptop of tablet zou moeten deleten; je houdt dan ontzettend veel kostbare tijd over om aan hobby's te besteden. Tip: besteed maximaal één uur per dag aan Twitter of Instagram. Beslist niet langer!

Han Borg zei

Grappig: juist van Twitter en Instagram maak ik nauwelijks of geen gebruik. Heb wel nog ergens een ongebruikt Instagram-account zwerven, maar geen Twitter-account...maar je hebt gelijk: Facebook en Whatsapp zijn tijdrovers....